Hans
Braakhuis home |
Waldfrieden,
Johannahoeve, Vrijland bijgewerkt in okt 2023 |
Dreijen vanaf 1305 Waldfrieden van 1860 tot 1903. Jan van Embden Waldfriede van 1903 tot 1907. Cornelis Hellingman Daarna heette het de Johannahoeve van 1908 tot 1945 en daarna Nieuw Vrijland en Vrijland. St. Joseph's Broederhuis Koningsoord vanaf 2010 Leefgoed Vrijland vanaf 2019 |
adressen Stationsweg D 187 Oosterbeek. Boschweg Oosterbeek Nieuwe Stationsweg Oosterbeek Dreiensche weg Oosterbeek Dreienscheweg 6 Oosterbeek Dreienseweg 2 Oosterbeek Johannahoeve 2 Oosterbeek (Missiehuis Vrijland) Johannahoeve 4 Oosterbeek (Mill Hill, St. Josefhuis) Sportlaan |
De
hoofdtitel is Waldfrieden.
Later werd Waldfrieden, Waldfriede, Johannahoeve, Vrijland.
Vrijland werd ook Mill Hill genoemd en werd weer gesplitst
in Koningsoord, St. Josefshuis enz. Door de bomen is het bos nog
niet goed te zien. De naam Nieuwland's Dauw ook een keer tegen gekomen, maar kan die nu niet meer terug vinden. |
De naam St Josefhuis is kennelijk voor meerdere panden gebruikt. Johannahoeve 2, 4, Amsterdamscheweg, Sportlaan. Nog niet klaar, actueel huiswerk. |
Samenvatting Rond 1300 was het gebied dat ik Waldfrieden zal noemen niet meer dan bos en heide. De burgemeester van Embden ontwikkeld er een jachtgebied. Eerst begin 1900 onder Hellingman en nog meer onder Van Mesdag werd het gebied ontgonnen en ontstond er een groot landbouwbedrijf. Door de arme grond bleven er verliezen en werden de gronden verpacht aan boeren. Er kwamen ideen van de Koninklijke Nederlandse Automobielclub, gaan niet door In 1943 koopt de wegenbouwer Zanen het grootste gedeelte van de Johanna-Hoeve en kocht de Mill-Hill congregatie een gedeelte in het zuidoosten. |
In 1963 kocht de N.S.F. weer een gedeelte van Zanen. Nadien heeft de
Gemeente Arnhem een gedeelte natuurgebied in hun bezit gekregen en rond
2005 gaan de landbouwgronden rond Reijerscamp weer over in natuurgebied beheerd door Natuur Monumenten. In 2009 verhuizen de zusters van Abdij Koningsoord in Berkel-Enschot naar Arnhem, waar ze Vrijland een klooster betrekken. De natuurbegraafplaats Koningsakker ontstaat in 2019. Het leefgoed Vrijland gaat uitbreiden, veranderen naar een verpleeghuis rond 2019 en in 2023 worden de contouren zichtbaar van een tuindorp met leuke villa's. |
Dreijen Het hele gebied bij Oosterbeek en Arnhem, rond de huidige spoorbaan Utrecht Arnhem, ressorteerde vroeger onder de grote buurtschap Dreijen. . De Dreijen was ten noorden van de Utrechtseweg. Een groot gebied met de Buunderkamp en de Reijerskamp in Wolfheze, alles boven Rosande en de Sonnenberg, tot Mariëndaal en Warnsborn. “Dat Jacobus Mauricus’zoon en Aleydus, zijn vrouw, verpacht hebben voor de duur van 15 jaren aan Hermanus de Dreyden en aan Aleydus, diens vrouw, al hun goederen in Dreyden gelegen, welke Hermanus en Aleydus thans bebouwen, maar uit die goederen moeten betalen aan Theodoricus Winandus’zoon een jaarcijns van 6 pond te Arnhem en aan de heer van Bare of diens ambtenaar een jaarcijns van 7 solidi en 6 dennarii te Oysterbeke. … Dato Anno Anativitate Domini MCCC undecimo feria post ustum beati Martini hyemalis”. Bron Gemeente Archief in Arnhem; Schepenkist Oorkonde van 12 november 1311. Schependom van Arnhem GA 1551-70 Hieruit kunnen we concluderen, dat Dreyen op Arnhems en Oosterbeeks grondgebied lag. Reeds in 1305 behoorde Dreijen aan de Commanderij van St. Jan te Arnhem. Het goed te Dreijen is later overgegaan naar de St. Nicolai Broederschap te Arnhem. |
De omgeving van Oosterbeek was een onvruchtbaar gebied met veel
heidevelden en eerst rond 1800 werd begonnen met ontginningen. De adressen zijn in Oosterbeek of in Oosterbeek geweest, doch ook de gemeente Arnhem. In 1824 worden de grenzen vastgelegd van Oosterbeek t.o.v. de omliggende gemeenten: “Gemeente Oosterbeek, Proces Verbaal van bepaling der grenzen”. Hierbij worden vijf secties genoemd, o.a. sectie A Boven Heide en Sectie C Dreyen. Delen van de secties A en C zijn later onderdeel van Johanna-Hoeve. In 1832 bestaat het gebied waar later Waldfrieden komt uit de volgende kavels: Oosterbeek C1; St. Nicolaas Broederschap te Arnhem; 51840 m² dennenbos Oosterbeek C3, St. Nicolaas Broederschap te Arnhem en bestaat uit 49960 m² hakhout. Oosterbeek C7; St. Nicolaas Broederschap te Arnhem; 27030 m² bouwland Oosterbeek C11 van de St. Nicolaas Broederschap te Arnhem en bestaat uit 31870 m² heide. En Arnhem H95, de Gemeente van Arnhem met 199390 m² heide. Verschillende kavels in de Gemeente Doorwerth. In het 1839 werd begonnen met de aanleg van de Rijnspoorweg en 16 mei 1845 werd de lijn geopend. Het landgoed Dreyen werd in tweeën gedeeld. De naam Dreijen wordt in Oosterbeek nog gebruikt voor het zuidelijk gedeelte van het landgoed Dreijen. Het noordelijk gedeelte wordt later Waldfrieden en Johannahoeve, |
![]() Een schermprint van HisGis uit 1832, met in het rood de dan bestaande panden. In het groen de namen van de eigenaren in 1832. Waldfrieden, later Johannahoeve en Vrijland was er nog niet in 1832. De BRT achtergrond uit 2023 is meegenomen om een beeld te geven waar we naar kijken. |
|
![]() Dienstjaar 1874. De gehele omgeving is goed te zien. Eventuele bebouwing is in 1874 nog niet te zien. Kavel C 707 wordt later C 797 en dan is in 1879 een eerste bebouwing te zien. In het groen de later gebruikte (straat)namen. |
|
Jan van Embden![]() |
Burgemeester Jan van Embden
(1823-1896) kocht het gedeelte ten noorden
van de spoorlijn aan in 1860. Hij liet er rond 1879 een boerderij
c.q. een jagershuis "Waldfrieden" bouwen. Het bos- en heidegebied
functioneerden
voor van Embden als jachtgebied. De heer Jan van Embden was burgemeester van de toenmalige gemeente Renkum van 1866-1892. Rond 1855 bouwde en bewoonde van Embden de villa „Dalzicht” aan de Utrechtseweg in Oosterbeek. Onder zijn burgemeesterschap werd in 1866 een gemeentehuis gebouwd op de hoek van de later naar hem genoemde weg en de Utrechtseweg. Van Embden kwam rond 1860 in het bezit van gronden in de omgeving van de Dreijenseweg en de latere Johannahoeve. Hij was oprichter van de Nutsspaarbank en de Kruisvereniging (toen “de Ziekenverpleging” geheten), in Oosterbeek. ![]() 1889 Er was een beetwortelsuikerfabriek gelegen halverwege Arnhem - Oosterbeek, aan de Klingelbeekseweg, nabij Rosande. In 1860 bouwt de suikerfabrikant De Bruyn op een plek nabij de molen “de Hesch” een beetwortelsuikerfabriek. In 1869 koopt Van Embden de fabriek en als rond 1879 er een spoorbrug wordt gebouwd over de Rijn, onderdeel van de nieuwe lijn Arnhem- Nijmegen laat hij een stationnetje bouwen t.b.v. de aanvoer van suikerbieten en het transport van stroop. Deze fabriek hoorde rond 1868 bij Hulkestein, bewoond door de heer Kruseman en eigenaar van de fabriek. Dit was de NV Arnhemsche Beetwortelsuikerfabriek, bestaan van 1867 tot en met 1913 en vanaf 1876 voortgezet door Jan van Embden. Later werd deze fabriek de Klingelbeek genoemd. Vanwege de vruchtbare grond langs de Rijn konden de suikerbieten gemakkelijk geteeld worden en de naastgelegen Klingel beek voorzag de fabriek van het benodigde water. Gedurende de jaren is de suikerfabriek uitgebreid door een drietal fabriekshallen haaks op de eerste te zetten. Begin 20e eeuw werd de fabriek overgenomen, uitgebreid en verbouwd tot een wolfabriek van de heer W. van Leeuwen. (bron) Van Embden heeft altijd op Dalzicht aan de Utrechtseweg gewoond. De boerderij Waldfrieden zal gebouwd zijn tussen 1874 en 1878. Het jachthuis zal gebouwd zijn rond 1880. Waldfrieden werd alleen gebruikt voor de jacht. Jan Van Embden genealogie |
![]() Een eerste bebouwing in 1879 door Van Embden. Deze boerderij, jagershuis, zien we later terug als koetshuis, werkplaats. Kadaster hulpkaart C 796 met dienstjaar 1880 |
|
![]() De veldwerkkaart (dienstjaar 1880) geeft soms iets meer informatie dan de hulpkaart hierboven. Er zijn getallen te zien. Zijn dat de maten van de boerderij? Vermoedelijk niet. In 1905 is er nog steeds dezelfde situatie te zien op Kadasterkaart Oosterbeek (OTB00) C 1780 |
|
![]() Een veldwerkkaart met dienstjaar 1883. De Deyenseweg is rechtsonder. De weg Johannahoeve staat er met de knik naar boven goed op. De Johannahoeveweg, langs het spoor staat er gedeeltijk ook op en heeft dan een binnendoortje naar de bebouwing die ik niet kan vinden. Van Embden is op dit moment de eigenaar |
|
Jachthuis Waldfrieden Naast de boerderij uit 1879 wordt later een jagershuis "Waldfrieden" gebouwd. Het bos- en heidegebied functioneerden vanaf de aankoop in 1869 voor van Embden als jachtgebied. Het jachthuis Waldfrieden is alleen een jachthuis, er wordt niet gewoond. Vanaf 1893 (de burgemeester is dan al met pensioen) gaat van Embden het jachthuis Waldfriede (de N is verdwenen) verhuren. |
![]() |
![]() Uitsnede van een wandelkaart van Oosterbeek. Volgens het Gelders Archief van voor 1894. Waldfried en de Renbaan worden vermeldt.
|
|
Een aanleiding voor dit onderzoek is het overlijden van mw. Carré -de Gast in 1909. Ze zou gewoond kunnen hebben op Waldfrieden, de villa zelf, of in een van de bijgebouwen. Haar begrafenisstoet ging over de Dreijenseweg naar een begraafplaats. Welke begraafplaats? Bewoners stonden rijen dik aan de Dreijenseweg. In Amsterdam is er een circus Carré. Dat begint met een reizend circus. Het zou kunnen dat mw Carré - de Gast de advertentie hiernaast gezien heeft. Een onderzoek waar ik nog niet klaar mee ben. Een andere aanleiding, de sporen van m'n familie. |
![]() 1893 |
![]() |
Een
uitsnede van de Topographische kaart der gemeente Arnhem..., 1874. Te
vinden bij het Gelders Archief. Klik op de prent voor het origineel. Te zien is het Papendalsche Veld aan de westzijde van de gemeente Arnhem. De spoorbaan van Arnhem naar Utrecht staat er aan de onderkant niet meer op. Vermoedelijk heette destijds het hele gebied van Arnhem tot en met Wolfheze allemaal Papendal. Het huis Papendal ligt hier aan de weg naar Amersfoort, tegenwoordig de Amsterdamseweg. Het huis Papendal heet regenwoordig Reyers-heyde. "Jan Reyers woonde in 1805 te Deyl, in 1812 en 1818 te Rumpt, was in 1816 ontvanger der belastingen te Voorst en overleed 17-2-1827 te Deventer in de Korte Assenstraat. De weduwe kocht in 1830 het landgoed Reyers Heyde te Papendal bij Arnhem, van de erven Hendrik Herm. Reyers (wed. Cornelia van Beest) en Anna J.G. Reyers (wed. Jacobus van Eyl)" bron ![]() |
De Renbaan. Ten noord-oosten van de spoorhalte Wolfhezen werd omstreeks 1893 de Renbaan Wolfhezen aangelegd op de Heide van Van Embden, voorheen de Dreiensche heide genoemd. De “Renbaan Wolfheze” werd aangelegd door de Geldersche Harddraverij- en Renvereeniging en deze renbaan werd landelijk bekend toen op 24 augustus 1893 koningin Emma en de bijna dertien jaar oude Wilhelmina op bezoek kwamen. De paardenrenbaan was zelfs uitgerust met tribunes. Gedurende de drie à vier jaren van het bestaan van deze renbaan was er dikwijls zoveel belangstelling, dat voor die gelegenheid door de spoorwegen een afzonderlijk stationnetje aan den lijn Arnhem—Utrecht was ingesteld. De halte lag ongeveer bij de plek waar nu de snelweg A50 het spoor kruist. De halte Renbaan heeft overigens maar heel kort bestaan, evenals de renbaan zelf overigens. Waarschijnlijk door concurrentie van een renbaan die te Nijmegen kwam, is de baan op de Dreyensche heide weer verdwenen. |
![]() topografische kaart 1890 |
Verkoop Op 25 maart 1903 verscheen de volgende advertentie in de Oosterbeeksche Courant: “De notarissen N.Th. Ladenius te Arnhem en A. Moll te Doetinchem zullen op woensdag29 april en 13 mei 1903 bij inzet en toeslag om 11 uur in hotel Schoonoord te Oosterbeekten verzoeke van de erven Van Embden en Loopuyt publiek veilen en verkopen:• Boerderij “Reyersheide” met bouw- en weiland.• De voormalige Renbaan.• De uitspanning “Heyendaal” met vergunning.• Boerderij met 50 ha. bouw en weiland.• Zomerverblijf “Waldfriede”.• Boerderij “Dreyen” met wei- en bouwland, boomgaard, waterpartijen, opgaandezware eiken, iepen, beukenbomen en akkermaalshout.De goederen welke aan en tegenover elkaar zijn gelegen hebben een oppervlakte vanongeveer 375 ha, worden geveild in 108 percelen, 41 combinaties en een generale massaen zijn uitmuntend geschikt voor bouwterrein.Aanvaarding terstond na de toeslag, bij betaling 15 juli 1903.Veilingboekjes met kaarten te verkrijgen bij voornoemde notarissen.” |
"Geveild in Arnhem: Onroerend goed, groot 377 HA, behorende aan de erven
van dhr. J, van Embden en mw. W.D. Loopuit; oa de Renbaan bij
Wolfhezen,
enige landerijen waaronder Dreien, Waldfriede, dennenbossen, Uitspanning
'Heijendaal' (met vergunning) aan de Amsterdamseweg. Enz. Koper:
Hellingman's Bouwmaatschappij voor een bedrag van hfl 99.986,70". Krant
NV 21-5-1903 Het landgoed „Reyerscamp" onder de gemeente Arnhem, ter grootte van 100 hektaren, is in eigendom overgegaan aan een bouwmaatschappij. Het grenst aan „ Waldfriede", met „Dreyenoord" en „Heyendal" een uitgestrektheid beslaande van 400 hektaren, onder de gemeenten Arnhem en Oosterbeek, en eigendom van dezelfde maatschappij. Die 500 hektaren zijn bestemd voor villapark. Haagsche courant 10-10-1903 En Hellingman gaat bouwen, een grote villa. |
"Gebouwd in opdracht van Jan van Embden, op de plek waar nu het huis van de paters van Mill Hill staat". (bron Schoutambt en Heerlijkheid februari 2009). Deze fout wordt veel gemaakt. Jan van Embden verkoopt zelf enkele bezittingen na het beëindigen van zijn burgemeesterschap in 1872 en de erven verkopen het grote landgoed na zijn overlijden in 1896 eerst in 1903 |
"Na de dood van de burgemeester
in 1892 worden de gronden aangekocht door Hellingman's Bouwmaatschappij
te Amsterdam, die op het terrein een heel dorp wilde stichten". (bron Schoutambt en Heerlijkheid februari 2009. Van Embden overlijd in 1896 en eerst in 1903 komt Hellingman in beeld |
![]() Uit: Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed, pagina 338. Hellingman koopt wel na de dood van Van Embden, doch eerst in in 1903. |
|
Cornelis Hellingman | |
Cornelis Hellingman ( 8 mei1837- 20 juli1907 Oosterbeek) gehuwd met Maria Jochemina Marcus (ca 1836-1918). Kind: Jacobus Hellingman (1862 - 1939) Cornelis Hellingman was directeur van Hellingman’s Bouwmaatschappij in Amsterdam. Door koningin Wilhelmina, werd op 2 mei 1899 te Hellingman benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Zaterdag 20 juli 1907 sterft Hellingman op zijn landgoed “Waldfriede”. Op dinsdag werd zijn lijk, gevolgd door zijn arbeiders, naar het station Arnhem vervoerd, om vandaar per verzegelde wagon naar Amsterdam te worden gebracht. Hij werd begraven op “Zorgvlied” onder Nieuwer-Amstel. De oprichter van Hellingman’s Bouwmaatschappij Cornelis Hellingman 1837-1907), ontwikkelde en realiseerde woningen in onder andere de Spaarndammerbuurt, de Marnixstraat en aan de Nassaukade. |
14 mei 1903 koopt Hellingman’s Bouwmaatschappij te Amsterdam de
goederen van de erven Van Embden en Loopuyt ter grootte van 377 ha voor
de prijs van f. 99987,70 en op 10 oktober 1903 koopt Hellingman’s
Bouwmaatschappij het landgoed Reyerscamp ter grootte van ca. 100 ha
gelegen bij Wolfhezen. "Hellingman's bouwmaatschappij te A'dam aankoop grond". Oosterbeeksche Courant 16-5-1903. "Geveild in Arnhem: Onroerend goed, groot 377 HA, behorende aan de erven van dhr. J, van Embden en mw. W.D. Loopuit; oa de Renbaan bij Wolfhezen, enige landerijen waaronder Dreien, Waldfriede, dennenbossen, Uitspanning 'Heijendaal' (met vergunning) aan de Amsterdamseweg. Enz. Koper Hellingman's Bouwmaatschappij voor een bedrag van hft 99.986,70". Krant NV 21-5-1903 Hellingman woonde vanaf 1903 op het landgoed Waldfriede bij Oosterbeek, waar hij plannen ontwikkelde voor een villawijk. |
De gronden worden dan in 1903 gekocht door dhr. Hellingman, die met
deze en de
aangrenzende gronden onder Arnhem, grootse plannen had. Een electr.
centrale werd gebouwd, een watertoren en er werden verschillende wegen
aangelegd door de uitgestrekte bossen en heide. De "Reyerskamp", "Dreyenoord", "Waldfriede", "Heyendal" worden bouwrijp gemaakt door de Hellingmans Bouwmaatschappij uit Amsterdam. NV 15-10-1903 Aanleg en of plannen voor twee railverbindingen, een naar Oosterbeek en een naar Wolfheze. Plannen voor een Amerikaanse tuinstad waar 5000 mensen zouden kunnen wonen. \ "Hellingman aankoop landgoed Reyershoeve". Oosterbeeksche Courant 26-3-1904. |
![]() 1904 |
![]() de electriciteitscentrale van Hellingman staat al op de kaart. Idem Belvedere en de Watertoren. |
|
In de Oosterbeeksche Courant van 20 maart 1904 lezen we het volgende: “Uit advertenties in de grote bladen vernemen wij, dat het voornemen bestaat op de uitgebreide terreinen van Hellingman’s Bouwmaatschappij gelegen ten noorden van station Oosterbeek- Hoog te stichten 100 à 150 arbeiders- en burgerwoningen met elk 1000 m2 bouwgrond en goede gelegenheid tot het verlenen van logies of onderhuur. Logeergasten en onderhuurders kunnen kaarten tot vrije wandeling in de bossen bekomen.” “Verder is men van plan enige boerenplaatsen voor verhuur aan te leggen. Of dit laatste wel veel zal uitwerken, menen wij met het oog op de samenstelling van de bodem te mogen betwijfelen. Voorts zullen villaterreinen in erfpacht worden gegeven of te koop worden aangeboden. Informatie is te bekomen bij de heer Schröder op “Waldfriede”. Voor Oosterbeek is het te hopen dat deze exploitatie ter hand wordt genomen, het kan niet anders of het dorp zal er wel bij varen.”" Hellingman legt waterleiding op terrein Waldfriede en Reyershoeve". Oosterbeeksche Courant 30-9-1905. "Hellingman koopt weer grond". Oosterbeeksche Courant 23-12-1905. |
![]() |
![]() de aansluiting vanaf station Wolfheze is beperkt aangegeven, ter hoogte van de spoorwergovergang gaat een lijn schuin omhoog richting Oosterbeek. De Spoorwegen hielden zich niet echt bezig met particuliere aansluitingen. Zoals fabrieken en andere particuliere ideeën. |
|
![]() Kadaster kaart Oosterbeek (OTB00) C 1898 uit 1908. Een uitsnede. Kavel 1780 wordt hier kavel 1899. De oude boerderij, jagershuis, wordt uitgebreid met een koetshuis aan de linkerkant. In de omschrijving staat: koetshuis, werkplaats en bovenwoningen voor 1898 en huis (verbouwd Jagershuis) voor 1899. Aan de rechterkant is nog een lighal. Het jaar van de tekening is 1907. Tot 1905 was er alleen nog maar een kleine boerderij, c.q. jagerhuis. Hierboven is dus een eerste verbouwing en nieuwbouw door Hellingman te zien. |
|
"Uitbreidingen in de gemeenten Arnhem en Renkum. Dat men steden en dorpen uitbreidt, is in den tegenwoordigen tijd niets vreemds. Zelfs wekt het verwondering, wanneer men na verloop van eenige jaren een stad weder bezoekt en er geen veranderingen in waarneemt. Doch dat men nieuwe steden aanlegt, daarvan hoort men in ons land zeker al bitter weinig. De heer C. Hellingman te Oosterbeek is het groote denkbeeld toegedaan, dat de uitgestrekte heideterreinen op de Veluwe daar als 't ware renteloos liggen en toch zoo productief gemaakt zouden kunnen worden, wanneer de verschillende eigenaren maar een weinig meer ondernemingsgeest bezaten. Want zeker is het, dat de heer Hellingman ondernemingsgeest bezit, wat blijken kan uit het volgende: Aanvankelijk was het „Hellingman's Bouwmaatschappij" te Amsterdam, die het plan bezat een groote uitgestrektheid heide vruchtbaar te maken. Later heeft genoemde Hellingman zelf de zaak ter hand genomen. Het terrein dat als bouwgrond zal worden geëxploiteerd, omvat de landgoederen Waldfriede, Reijerskamp en Reijersheide, te zamen groot plus minus 600 H.A. en wordt begrensd ten noorden door den Rijksweg Arnhem—Ede, ten oosten door den Dreienschen weg, ten zuiden door den spoorweg Arnhem—Utrecht en ten westen door den Renbaanweg en is gelegen in de gemeenten Arnhem en Renkum. Het terrein bestaat gedeeltelijk uit dennenbosch, kreupelhout en heide, en het behoeft dus geen betoog dat aan dergelijke oorden heel wat ten koste moet worden gelegd om ze aantrekkelijk te maken en tot woonplaats gekozen te zien. Aanstonds moet worden gezegd, dat kosten noch moeite zijn en worden gespaard om de noodige werken tot exploitatie ten uitvoer te brengen, terwijl de leiding van het werk in de bekwame handen is van den ingenieur Rincker. Een groot aantal wegen zijn geprojecteerd en zullen eerlang het terrein doorkruisen. De weg bv. vanaf den Dreienschen weg tot Wolfheze, die dwars door de heide loopt, heeft een breedte van 10 M. en tusschen de boomrijen van 8 M. Langs dezen nieuwen weg zal een electrische spoor zich bewegen. Ten aanzien van de afwatering wordt een plan tot kanalisatie der gronden overwogen. Tot nut der heideontginning, nijverheid en uitbreiding van het woningkwartier heeft men een waterleiding gesticht. De watertoren staat op een der hoogste punten van het terrein nabij Waldlriede en is geheel van ijzer geconstrueerd en gemaakt door de „Amsterdamsche ijzergieterij en constructie-werkplaats F. Rincker". De watertoren is 20 m. hoog en rust op 4 betonblokken, waarop hij met schroeven is bevestigd. Het eigenaardige van deze moderne constructie is, dat, mocht de toren later te klein blijken te zijn, hij door de schroeven los te maken, gemakkelijk kan worden verplaatst. Op den toren bevindt zich een ijzeren reservoir, dat 6280 liter water kan bevatten. Het geheel is in 17 dagen opgesteld. Het waterleidingsnet heeft reeds een lengte van 2500 m. en doorsnijdt het terrein in vele richtingen. Twee grondboringen van 387, meter diepte geven voldoende water voor 5000 zielen. Op ongeveer 1500 meter ten Westen van den watertoren is men bezig met den bouw van een electrische centrale van 8 bij 15 meter, waarin een machine van 50 E. P. K. De stoomketel doet dienst voor de levering van stoom ten behoeve van de pompwerktuigen voor de waterleiding. Aan de linkerzijde van de centrale bevindt zich een filtreergebouw om het water uit de prise d'eau te filtreeien en daarna op te voeren naar den toren. Rechts van de electrische centrale worden reeds toebereidselen gemaakt voor een gebouw vcor de levering van het electrisch licht, waartoe een batterij van 220 volt spanning. Ten behoeve van den aanvoer van materialen en andere producten en later voor het personenverkeer wordt een spoorweg aangelegd van Waldfriede naar het station Wolfheze en op het emplacement aldaar in verbinding gebracht met den Staatsspoorweg. De spoorweg zal eveneens electrisch zijn en van bovengrondsche geleiding worden voorzien. Daartoe wordt in de centrale een dynamo geplaats von 65 ampère bij 450 volt. De voor den bouw noodige steenen worden op het terrein zelf gemaakt. Een tijdelijke steenfabriek is n.I. gebouwd, welke 25000 steenen per dag kan produceeren. Zoowel gewone steenen, cementzandsteenen als profielsteenen worden gemaakt, terwijl de grondstoffen daarvoor in de onmiddellijke omgeving aanwezig zijn. De steenfabriek en de verschillende werkplaatsen zijn reeds op het terrein door de telefoon verbonden, wat veel besparing geeft in 't loopen en derhalve veel gemak oplevert. Trouwens een eisch des tijds. In den geest van het sanatorium te ErmeloVeldwijk zal ook hier een dergelijke inrichting worden gesticht. Verder zullen fabrieken, scholen, enz. worden gebouwd. Het voornemen bestaat, in de nabijheid van de electrische centrale een 15 a 20 -tal arbeiderswoningen te bouwen ten behoeve van het personeel der centrale, steenfabriek, waterleiding, wegwerkers, enz." Uit Arnhemsche courant 26-05-1906 | "Jachtrecht. In pacht aangeboden het
jachtrecht voor het jachtseisoen 1904—1905 op ongeveer 423 Hectaren
grond, gelegen onder de Kadastrale Gemeente Amhem, onmiddellijk aan het
Station Oosterbeek-Hoog, toebehoorende aan de Hellingman's
Bouwmaatschappij te Amsterdam. De voorwaarden van verpachting liggen
ter lezing ten kantore van den Notaris N. Th. LADENIUS te Arnhem,
Eusebiusplein 24, alwaar vóóf of uiterlijk op 15 Augustus a.s., de
inschrijvingsbiljetten worden ingewacht." Uit Arnhemsche courant 09-08-1904 ![]() "OOSTERBEEK, 26 Mei 1906. De heer Hellingman is voornemens als bouwgrond te exploiteeren ds landgoederen Waldfriede, Reijerskamp en Reijersheidc, te zamen ongeveer 600 H.A. en begrensd ten Noorden door den Rijksweg Arnhem—Ede. ten Oosten door den Dreijenschenweg, ten Zuiden door den spoorweg Arnhem—Utrecht en. teu Westen door deu Reiibaanweg. De terreinen zijn gelegen in de gemeenten Arnhem on Renkum en bestaan gedeeltelijk uit dennenbosch, kreupelhout heide. Een groot aantal wegen zijn geprojecteerd en zullen eerlang het terrein doorkruisen. De weg b. v. van den Dreyenschen weg tot Wolfheze. die dwars door de heide loopt, heeft een breedte van 10 M. en tusschen de boomrijen van 8 M. Langs dezen nieuwen weg zal een electrisch spoor zich bewegen. Ten aanzien van de afwatering wordt oen plan tot kanalisatie der gronden overwogen. Het denkbeeld is een nieuwe stad te doen verrijzen alle inrichtingen en aantrekkelijkheden die daartoe noodig zijn". Uit Algemeen Handelsblad 26-05-1906 "H.H Tuin-Architecten. Degenen, die wenschen mede te dingen naar het ontwerpen en aanleggen van een Plantsoen, met Wandelweg, Belvedere en Waterwerk (van bronwater) kunnen na verkregen inlichtingen en aanwijzing (van den Bouw-opzichter Hofman) hunne plannen daarvoor inleveren, waartoe eene premie van f50 wordt uitgeloofd voor het mooiste en in aanleg minst kostbare ontwerp. Degene die de premie wordt uitgereikt, wordt tevens met de uitvoering belast. Franco br. worden ingewacht op het Buitengoed Waldfriede van den WelEd. Heer C. HELLINGMAN, te Oosterbeek Hoog". Uit Arnhemsche courant 23-10-1906 |
In de Oosterbeeksche Courant van 2 juni 1906 lezen we: “… dat op een gebied, begrenst ten noorden door de rijksweg Arnhem- Ede, ten oosten door de Dreijenseweg, ten zuiden door de spoorbaan Arnhem- Utrecht, ten westen door de renbaan, gelegen in de gemeente Renkum en Arnhem een ganse stad zal verrijzen. De leiding wordt toevertrouwd aan de ingenieur, de heer Rincker. De hoofdweg loopt van de Dreijenseweg dwars door de heide naar station Wolfheze, waar ingevolge een overeenkomst met de Staatsspoorwegmaatschappij een losplaats wordt ingericht. Een spoorlijn met elektriciteit als trekkracht, langs de bovengenoemde weg zal de materialen vervoeren. Een bovengrondse leiding zal aangebracht worden en een centrale wordt gebouwd van 8 bij 15m. met daarin een dynamo van 65 ampère bij 450 volt. Ook worden voorbereidingen getroffen voor een gebouw voor de levering van elektrisch licht met een batterij van 220 volt (de Slenk). Niet alle materialen hoeven per spoor te worden aangevoerd; de voor de bouw benodigde stenen worden op het terrein zelf vervaardigd uit cement en zand. Er is reeds een kleine steenfabriek in werking, die veel stenen produceert. In de toekomst wil men in de buurt van de elektrische centrale een tiental arbeiderswoningen bouwen voor het personeel van de centrale, van de steenfabriek, voor de wegwerkers en voor de werklieden aan de waterleiding. |
Ook een waterleiding ontbreekt niet. Twee grondboringen van 38 en een
halve meter geven naar berekening van de heer Rincker water, voldoende
voor een bevolking van 5000 zielen. Een buizennet ter lengte van 2500
meter is reeds aangelegd en op een der hoogste punten, dicht bij het
oude “Waldfriede” heeft de Amsterdamse IJzergieterij en
constructiewerkplaats F.Rincker in 17 dagen een watertoren van 20 meter
hoogte opgesteld. De watertoren rust op 4 betonblokken, is geheel van
ijzer en bovenop bevindt zich een reservoir, dat 6280 liter water kan
bevatten. Het gevaarte is met schroeven op de betonblokken bevestigd,
zodat de toren, indien hij later te klein mocht blijken, gemakkelijk
kan worden verplaatst.
Aan de linkerzijde van de centrale komt een filtergebouw met 2 filters
van 28 m3 om het water uit de prise d’eau te filtreren. Het water zal
gebruikt worden voor de woningen,voor de heideontginning en voor de
nijverheid. Met het oog op de afwatering is een plan b tot kanalisatie der
gronden in overweging.” In de Oosterbeeksche Courant van 9 juni 1906 wordt vermeld, dat er reeds een moderne villa in aanbouw is met ernaast een koetshuis met stalling en bovenwoning voor koetsier en tuinman; het volgende jaar is het de bedoeling een aantal andere villa’s te bouwen. “De architect de heer van Baak, naar wiens plannen en onder wiens leiding de gebouwen worden opgericht, heeft met de hier in wording zijnde werken bewezen, dat de arbeid bij hem in goede handen is”. |
![]() Kadasterkaart veldwerkkaart Oosterbeek (OTB00) C 2006 gemaakt in 1910. (kan helaas geen eerdere kaart vinden want in 1910 is Hellingman zelf al overleden) Een uitsnede. Genoemd worden het zomerhuis, Waldfrieden, Koetshuis, werkplaats en bovenwoning en een kas. Het noorden is links. Van boven naar beneden: Waldfriede (Johannahoeve 2), het verbouwde koetshuis (Johannahoeve 4) en een kas, zeg maar nu de locatie van Johannahoeve 3 en 3A. De lighal wordt een zomerhuis. Voor de verhuur? Bij het koetshuis wordt een stuk aangebouwd. Waldfrieden zelf wordt op de kavel van het jagershuis geheel nieuw en groot gebouwd. |
|
In de Oosterbeeksche Courant van 9 juni 1906 wordt al vermeld, dat er een moderne villa in aanbouw is met ernaast een koetshuis met stalling en bovenwoning voor koetsier en tuinman Zo rond 1907 wordt Waldfrieden verbouwd naar de situatie op de foto hiernaast. ![]() rouwkaart 1907 . |
![]() foto rond 1940 - 1944, Waldfrieden is dan ook een pension. bron: NL-AhGldA_1513_1992 |
"Erven Hellingman verkopen grond voor blindentehuis". (Oprichting Tehuis voor Alleenstaande Blinden). Oosterbeeksche Courant 23-5-1908. Een 5 hectare groot terrein te Wolfheze. |
Zijn dood in 1907 betekende het
einde van die plannen. Zijn weduwe en zoons Cornelis jr. en Jacobus
verkochten in oktober 1908 het landgoed aan de ondernemer Geert van
Mesdag. Het ging om ruim 873 hectare waarvan 437 hectare in Arnhem, 311
hectare in Renkum (Oosterbeek) en 124 hectare in Doorwerth. Bron: Stadsuitbreiding en volkswoningbouw in private handen Amsterdam 1877-1940 |
Ten voordeele van de
Werkverschaffing aan de Doofstommen Vereeniging „Door Liefde Zaam
gebracht" te Amsterdam, kan voor - ƒ 3 per dag p/p. persoon gejaagd
worden, op het Landgoed van den Heer C. HELLINGMAN, genaamd
«Wald-Friede», groot 500 H. A., onder Arnhem en Oosterbeek. Zich te
vervoegen bij den Opz. C. B. SCHRÖDER. De heer Carl Bernhard Schröder was gehuwd met Eva Wilhelmina Vierbergen. Men woonde in 1893 in Amsterdam op de Marnixstraat 9 R, beroep van de heer Schröder: timmerman. Hoe lang woonde men al op Waldfriede? De jongste dochter: Eva Wilhelmina Schröder 1896-1927, is geboren in Arnhem. Een ander dochter Hermina Hendrika Schröder is overleden op 23 maart 1895 in Arnhem. Alle andere kinderen zijn geboren, overleden in Amsterdam, waar de familie ook vandaan kwam. Aan te nemen is dat met Arnhem, ook Waldfrieden bedoeld wordt. Bij het gemeente archief van Amsterdam is terug te vinden dat de familie in onleesbaar verhuisd naar Arnhem. Later in 1922 verhuisd de familie naar Oosterbeek in de gemeente Renkum. In een Arnhems adresboek uit 1905 is de fam Schröder niet te vinden, bron. In een Oosterbeeks adresboek uit 1930 is de fam Schröder niet te vinden. Persoonlijke gegevens Dorothea Elisabeth Henriette Schröder. Zij is geboren op 14 september 1878. Zij is overleden op 20 januari 1905 in Waldfriede bij Oosterbeek, zij was toen 26 jaar oud. Zij stierf aan dezelfde ziekte, waaraan reeds zes van hare broertjes en zusjes zijn bezweken, de tering. Is zij eerst op Oranje Nassau-oord, later vond zij in het dennenbosch op Waldfriede, maar nu in de woning harer ouders een, voor hare kwaal, zoo uitnemend oord. bron Waar heeft de fam Schröder gewoond? |
![]() in de tekst staat: villa verbouwd 1908 |
![]() Het station Oosterbeek is amper te zien. Het wachthuisje is te vinden onder de rode daken links. Ingekleurde kaart rond 1912. Rechts is de villa Waldfrieden. |
|
![]() De watertoren vermeld op een topotijdreiskaart in 1932. |
![]() De locatie van de watertoren met de AHN DTM kaart. De watertoren stond op een van de hoogste plekken op get landgoed. Meer bruin is meer hoogte. |
De erfgenamen van C. Hellingman: mevrouw Maria Jochemina Marcus en de heer Jacobus Hellingman makelaar en directeur van Hellingman’s bouwbedrijf te Amsterdam en Cornelis Hellingman jr. hebben het landgoed op 9 oktober 1908 verkocht aan Geert van Mesdag voor een bedrag van F.400.000,00. De grootte van het geheel was 873 ha, 45 are, 64 ca.. Hiervan lag 437 ha in de gemeente Arnhem, 311 ha in de gemeente Renkum (onder Oosterbeek) en 124 ha in de gemeente Doorwerth. | Aparte vermelding verdienen nog de plannen van Hellingmans Bouwmij. die op het terrein van Johannahoeve een geheel dorp wilde stichten. Hellingmans dood is echter oorzaak dat alle plannen verdwijnen en zo wordt in 1908 deze gehele omgeving aangekocht door de Hilversumse industrieel G. van Mesdag. |
Johannahoeve | |
Geert van Mesdag ( 1863 – 1939) In 1863 werd Geert van Mesdag geboren in Groningen, waar zijn vader apotheker was. Geert van Mesdag gehuwd met Hermine Martha Maxwils (1870-1951). Samen krijgen ze vier kinderen. Verder koopt Van Mesdag later enkele percelen van Emile Steyaart, koopman te St. Grislain (Bergen, België) en koopt of pacht hij 2 weilanden aan de Van Limburg Stirumweg, de huidige Airborne begraafplaats behoorde ook tot zijn bezit. Verder pacht hij weilanden voor de veehouderij in de uiterwaarden in Oosterbeek. In totaal bezit Van Mesdag ca. 873 ha. De gronden ten noorden van de spoorlijn Arnhem-Utrecht, noemde hij ‘Johanna-Hoeve’; naar zijn dochter Johanna Henriette, die op 16 mei 1908 in Hilversum geboren werd. Zij trouwt in 1934 met Julien Charles Redele. Anneke Redele-van Mesdag was van 1967 tot 1979 bestuurslid van de Stichting Mesdagfonds. Geert van Mesdag koopt op 23 mei 1921 een dubbel woonhuis aan de Mariaweg in Oosterbeek, nu de nummers 51 en 53. Een voorbeeld voor de heer Scheffer, ook directeur bij van Houten, die later ook een modelboerderij begon in Heveadorp. Het hele 'domein' omvatte toen - restant van de grote buurschap Dreijen, dus bijna 900 ha. In westelijke richting strekte het zich uit langs de spoorbaan tot aan de Buunderkamp, dus inclusief een deel van Wolfheze. In oostelijke richting tot aan de Lichtenbeek ('De Kaalkop'), inclusief een tweetal weilanden langs De Graaf van Limburg Stirumweg en de huidige Airborne begraafplaats. Ten zuiden werd het geheel begrensd door de op 16 mei 1845 in gebruik genomen spoorbaan Arnhem-Utrecht en de Amsterdamseweg vormde de noordelijke grens. De Amsterdamse Straatweg was (en is) de voornaamste aan- en afvoerweg. Op Johannahoeve waren, ook na de activiteiten van de heer Hellingman, toch nog veel mulle zandwegen overgebleven, waarover paarden moeizaam karren voorttrokken. Ten behoeve van de veehouderij op Johannahoeve werd ook nog weiland in de uiterwaarden gepacht. Er kwam een grote modelboerderij, waar talloze proeven met vee genomen werden. Het bijna 900 ha grote bezit werd in 1909 gedeeltelijk omgeploegd, zodat in 1912 reeds 350 ha tot bouwland was aangemaakt, en eenzelfde oppervlak was ingepoot met jonge dennen. In hoofdzaak worden hier rogge en aardappelen verbouwd. Op het bedrijf werden de zaken grondig aangepakt. De eerder begonnen ontginning van de heide- en bosgronden werd met kracht voortgezet. Aanvankelijk is ontgonnen met ossen als trekkracht. Later kwam voor het diepere werk de stoomploeg van de Heide Maatschappij eraan te pas. Grote gedeelten van de woeste grond en slecht bos - wel zo'n 300 hectare - werden zodoende omgezet in redelijk goede cultuurgrond, welke ter verbetering nog wel veel kunstmest behoefde. Als eerste gewassen werden lupine en sezza-della geteeld om stikstof in de grond te brengen. |
![]() Van Mesdag was een voorbeeld voor de heer Scheffer, ook directeur bij van Houten, die later ook een modelboerderij begon in Heveadorp. |
Van Mesdag stichtte op
Johanna-Hoeve een modelboerderij, onder leiding van de heer Burgers als
directeur en de heer Jennings als bedrijfsleider. In 1909 werden grote
stukken heide ontgonnen met een diepploeg van de Nederlandse
Heidemaatschappij getrokken via een staalkabel door een locomobiel
(ongeveer 45cm diep) en enige jaren later was ca. 350 ha woeste grond
reeds ontgonnen; zelf ontgon men ook met een ploeg die werd getrokken
door eigen ossen en paarden. Met een elektriciteitscentrale werd ook een waterpomp aangedreven. Enkele afvoerkanalen zijn nog te zien, ten westen van de abdij Koningsoord. De hoge zandgrond was slecht en het grondwater bevond zich op een diepte van 12 – 16 meter, dus moest er heel wat gebeuren om de grond vruchtbaar te maken. Daarom moest de bouwgrond vochthoudend gemaakt worden door juiste bemesting, bewerking en afwisseling der verbouwde producten. In maart 1909 zijn honderden karren mest van de model boerderij “Huis ter Aa” (bij het latere Heveadorp) naar Johanna-Hoeve vervoerd. Eens in de 5 jaar werden op alle akkers lupine en seradella verbouwd voor de grondverbetering; in augustus waren de velden dan ook prachtig geel door de bloeiende lupine. Als hoofdbemesting werd gebruik gemaakt van kunstmest, zo’n 80 treinwagons per jaar, die werden aangevoerd vanuit het station Wolfheze. |
![]() Uit het tijdschrift de Prins in 1910. Mechanisch ploegen. |
Direct na de aankoop wordt door
architect E. Verschuyl te Hilversum het plan gemaakt voor een
modelboerderij; begin maart 1909 krijgt aannemer F.D. Fresen te Arnhem
opdracht voor de bouw van deze boerderij met alle bijgebouwen. Ze
worden gebouwd in een U-vorm rond een grote binnenplaats. De
modelboerderij bestaat uit een boerenwoning met logies voor 20
knechten, een zuivelfabriek, koeienstal voor 84 koeien, magazijnen voor
zaaizaad en veevoer. Verder bevinden zich in deze gebouwen een
paardenstal, een bakkerij en loodsen voor karren en werktuigen. Bij de
bouw van alle stallen werd gebruik gemaakt van de adviezen van het
Instituut voor Landbouwwerktuigen en Gebouwen te Wageningen. Naast de
boerderij wordt een directeurswoning gebouwd en aan de Dreijenseweg een
woning voor de boekhouder. Deze woning voor de boekhouder is vermoedelijk de Dreijenseweg nummer 19 in Oosterbeek, waarvan de BAG als oorspronkelijk bouwjaar 1904 noemt. Zal wel een fout in de BAG zijn. |
In 1908 is bij station Wolfheze
aan de noordzijde een spooraftakking gemaakt, die met een grote boog
naar het begin van de Johannahoeveweg liep. Dit veld werd vroeger de
put genoemd. Het losspoor diende voornamelijk voor het lossen en laden
van goederen voor de Johanna-Hoeve. Veetransporten werden vanaf station Arnhem aangevoerd en alles wat per schip werd vervoerd, kwam aan in de haven van Arnhem of voor de wal in Oosterbeek. Ook was er in 1908 sprake van de komst van een elektrische tram; de aanvraag kwam nog van Hellingman’s bouwbedrijf en moest Waldfriede aandoen. Deze lijn is nooit van de grond gekomen. In mei 1911 is er een reclameboekje over Johanna-Hoeve uitgegeven waarin men vrij uitgebreid kan lezen wat er allemaal wordt verbouwd, hoe men oogst en wat er verkocht wordt. |
![]() Kadastertekening uit september 1909 |
|
Op de Johanna-Hoeve is omstreeks
1911 een interessante proef gehouden, die voor de varkensfokkerij van
groot nut zal kunnen zijn. Een boswachter weet een wild zwijn te
bemachtigen, een zeug, die drachtig blijkt te zijn en die kort daarna
12 biggen werpt. Door de directie van Johanna-Hoeve wordt de zeug en een paar biggen aangekocht en het gelukt om deze zeug weer te dekken met een tamme beer, waarna er weer 11 biggen ter wereld komen. Ze hebben een blanke huid met lichtbruine overlangs strepen, terwijl de moeder geheel zwart is en zwaar behaard. Men gaat met deze varkens verder fokken; vroegere proeven wezen reeds uit dat de gekruiste dieren uitstekend vlees leveren. Niet alleen uit praktisch oogpunt, maar ook van wetenschappelijke zijde verdient deze proef belangstelling. |
In
1912 werd O.G. Wiersma, een Friese agrariër, met zijn gezin naar
Oosterbeek gehaald om er leiding gaat geven aan het ontginningsbedrijf
van de heer G. van Mesdag. In 1914 zijn het moeilijke tijden en veel arbeiders worden overal ontslagen. Gelukkig vinden velen weer arbeid op het landgoed Johanna-Hoeve met o.a. het rooien van aardappelen. Men houdt rekening met de omstandigheden, waarin de werkzoekenden verkeren. Zij die een groothuishouden hebben worden het eerst aangesteld. |
Arnhemsche courant, 12-04-1913: "Na
afloop der vergadering van het Hoofdbestuur der Geldersche
Overijsselsche Mij van Landbouw, werd een excursie gemaakt naar de
modelboerderij „Johanna-Hoeve", te Oosterbeek. Ruim 250 leden der
maatschappij en ook de heer Hoek, directeur-generaal van den Landbouw,
namen aan deze excursie deel. Op het Landgoed „Johanna-Hoeve" voor
eenige jaren nog meerendeels heide en bosch, is thans een groot
landbouwbedrijf gevestigd. De bouwlanden, grootendeels uit heide
ontgonnen, beslaan een oppervlakte van ruim 300 H.A. De bodem bestaat
uit hoog gelegen zandgrond, de boerderij is naar de moderne eischen
ingericht: de stallen zijn ruim, goed geventileerd, licht en
hygiënisch; de oogst wordt er machinaal verwerkt met electrische en
stoomdrijfkracht. Het doel is in hoofdzaak de verbouw van verschillende
veldvruchten als rogge, haver aardappelen, boekweit enz., de teelt van
zaaizaden, het fokken en mesten van varkens en het houden van koeien,
met melk- en boterverkoop. Als nevenbedrijven worden uitgeoefend: het
houden van schapen, kippen, bijen en het teelen van fijne tafelappels
en tafelperen. Langs een uitgestrekte weide, waar een 20 roodbonte
pinken, die er alle best uitzagen rustig graasden, ging de wandeling
over het uitgestrekte terrein allereerst naar de boerderij voor de
varkensfokkerij waar de verschillende exemplaren van het veredelde
Duitsche landras werden bezichtigd. Algemeen was men getroffen door de
keurige inrichting en de prachtige excemplaren, zoowel van beeren als
zeugen. Deze boerderij voldoet aan de strengste hygiënische eischen. Na
een wandeling van ruim een half uur langs de in cultuur gebrachte
gronden, waarbij men gelegenheid had de nieuwste landbouwwerktuigen in
werking te zien, kwamen we aan de boerderij een complex van een vijftal
gebouwen, het centrum van het bedrijf. De ruime, naar de meest moderne
eischen ingerichte koestal, biedt plaats aan 84 koeien, De stal is
electrisch verlicht en voorzien van waterleiding. Het voeder wordt
machinaal toebereid. Ruim 70 exemplaren van het mooie Roodbonte Maas-,
Rijn- en IJselslag waren op stal. Achter den koestal bevindt zich de
zuivelfabriek, die alweer naar de strengste eischen ingericht, voorzien
is van de nieuwste machines, die electrisch worden gedreven. Nevens de
zuivelfabriek bevindt zich het laboratorium, waar de melk wekelijks
wordt onderzocht. Nog een tweede varkensstal bevindt zich hier, waar de
varkens voor de mesterij worden verzorgd, terwijl een goed ingerichte
paardenstal plaats biedt aan 16 paarden, die worden gebruikt voor
ploegwerk, eggen en transport. Tevens worden elk jaar een paar veulens
gefokt van gekruist Oldenburgsch en Belgisch ras. Voor zwaren arbeid op
de dikwijls moeilijke wegen, bewijzen een tiental ossen goede diensten.
Een zestal ossen voor de Sack-diepploeg ploegt de heide voor ontginning
tot een diepte van 45 cm. Er worden een paar honderd schapen gehouden.
De mest hiervan verkregen is zeer waardevol voor ontginningsdoeleinden.
Naast stalmest wordt veel kunstmest gebruikt, waarvan jaarlijks meer
dan 60 wagons wordt aangevoerd. Op een hoog gedeelte van het landgoed,
te midden van jong dennenhout, worden een duizendtal kippen gehouden.
Verder worden er bijen gehouden, die behalve voor honigopbrengst, van
veel nut zijn bij de kruisbestuiving, speciaal voor de vruchtboomen. In
den boomgaard zijn in hoofdzaak goudreinetten en ster-appels geplant.
Een groot gedeelte van het landgoed is met bosch bezet (ruim 400 H.A.)
waarvan jaarlijks veel hout geleverd wordt in alle sorteering. Hoewel
door de groote uitgestrektheid alles slechts vluchtig kon bezichtigd
worden, waren alle deelnemers toch uiterst voldaan en verbaasd over de
resultaten, die hier door doelmatige bewerking van den eertijds woesten
bodem, waren bereikt". De opbouwfase was tegen 1914 zover gereed dat de bedrijvigheid kon beginnen, hetgeen een belangrijke bloeiperiode in de streek betekende. Veel mensen vonden er werk. Bij station Wolfheze werden enige arbeiderswoningen gebouwd (De Vierslag) om onderdak te bieden aan vaste medewerkers, die elk een halve ha grond voor eigen gezinsgebruik konden bewerken. Daar verrees ook de woning van (jacht)opzichter Cornelis Klaver. Uit de glorietijd stamt ook de Johannahoeveweg die van het station Wolfheze naar de modelboerderij leidde, en waarlangs grondstoffen en producten werden vervoerd. De klinkerbestrating is hier en daar nog terug te vinden, en lijkt sterk op die van de Italiaanseweg. Later bouwden werknemers van Johannahoeve (Middendorp, Wiersma) maar ook anderen (keuterboeren) hun eigen woningen langs de Duitsekampweg in Wolfheze. Behalve de vaste bezetting op de bedrijven werkten er in de bloeitijd zo'n 20 tot (in het seizoen) 100 arbeiders. Het hele Johannahoeve-complex (bijna 900 ha) was volgens moderne Amerikaanse werkwijze opgezet en nagenoeg selfsupporting (met o.a. een bakkerij, smederij, maalderij, eigen watervoorziening en elektriciteit); maar ook werden er kippen, schapen en bijen gehouden; en de bossen leverden het benodigde hout en ook inkomsten uit mijnbouw. ![]() 1913 Het gebied werd steeds meer doorsneden met goed onderhouden wegen, door de dennenbossen en over de heide. Toen stond er, naast enkele andere gebouwen, een watertoren met een soort brug erbij. Daarop klimmend, genoot de wandelaar van een verrukkelijk vergezicht over de Veluwse bossen en heidevelden. De heer Mesdag stelde de heer P.H. Burgers van de Landbouw Hogeschool uit Wageningen aan als directeur en de heer Jennis als bedrijfsleider aan. Laatstgenoemde werd in 1912 opgevolgd door de heer O.G. Wiersma. Ten behoeve van de veehouderij op Johannahoeve werd ook een weiland in de uiterwaarden gepacht. Op het bedrijf werden de zaken grondig aangepakt. De al eerder begonnen ontginning van de heide- en bosgronden door de Heidemij. werd met kracht voortgezet. Aanvankelijk werd ontgonnen met ossen als trekkracht. Later kwam voor het diepere werk de stoomploeg van de Heide Maatschappij eraan te pas. Grote gedeelten van de woeste grond en bos werden zodoende omgezet in redelijk goede cultuurgrond, welke ter verbetering nog veel kunstmest behoefde. Als eerste gewassen werden lupine en serradella geteeld om stikstof in de grond te brengen. In de stallen was plaats voor zo'n 125 stuks stamboekvee. Voorts de grote varkensschuren voor de fokkerij en mesterij van gerenommeerde varkensrassen, een koetshuis, met stallen voor zon 20- 30 werkpaarden en nog veel meer. In de herfst van 1912 werd de oppervlakte van het landgoed op 873 hectaren gesteld. Daarvan was 350 hectare met dennenbos bezet dat toen met een eenvoudige zaaiing van dennenzaad, zonder voorafgaande bewerking, in de heide was gegroeid. In dat jaar was reeds 35 ha ontgonnen en het slechte bos werd verbeterd door het met loofhout te mengen. Jaarlijks werden er ongeveer 80 wagons kunstmest benut. ![]() |
De om een binnenplaats gebouwde hoofdboerderij, evenals het landgoed
Johannahoeve geheten, bestond uit de centrale opstallen en een zuivelbedrijf (Middendorp was daar de baas, en Wiersma deed de zuivelboerderij; ten tijde van WO-II waren dat Hoogendam en Van Manen; Hoogendam was reeds in 1925 aangesteld, en toen hij in 1940 overleed nam zijn zoon Evert het over). Even verder naar de Dreijenseweg in Oosterbeek lag de varkensboerderij. De hoofdactiviteit was echter landbouw, die ook werd bedreven op de centraal in het gebied gelegen boerderijen De Slenk en De Schaapskooi (de gebroeders Aalbers) en op Reijerscamp (Noordam). Er werden ook woningen gebouwd bij de boerderij en op enkele andere plaatsen; onder andere de nog bestaande directeurswoning. Bij de grote villa Waldfrieden hoorde een koetshuis met erboven een tuinmanswoning. In de villa Waldfrieden werd in latere jaren onder de oude naam 'Waldfrieden' een pension geëxploiteerd. De modelboerderij had alle gebouwen om een grote binnenplaats: het woonhuis met de knechtenkamers, het kantoor, de grote koestal, een paardenstal en varkenshokken. Verder waren er een overdekte mestvaalt en een grote schuur welke voor de helft als bergplaats diende voor strobalen. In de andere helft was de maalderij ondergebracht. Achter dat geheel stonden drie hooibergen en een zaadmagazijn. Lange rijen koestallen en graansilo's completeerden het geheel. In die silo's werd gehakselde maïs opgeslagen. Die maïs werd afgedekt met een meter zand en onderaf door luiken, door middel van lorries langs de voederbakken gevoerd. Het regenwater op de daken van de modelboerderij werd opgevangen en hergebruikt. ![]() Cornelis Klaver, rechts Tot de gewassen, welke op Johannahoeve geteeld werden, behoorden haver, gerst, bieten, mangelwortels, rogge en andere. In Wolfheze werd een ossenschuur gebouwd. En voorts was er op Johannahoeve een schaapskooi met Van Buren als herder en Kobus als hulpje. De Johannahoeve telde doorgaans zon 800 mestvarkens. Een duizendtal scharrelkippen produceerden eieren 'aan de lopende band' , maar niet op legbatterijen. Ook een 50-tal bijenkasten in de boomgaard ontbrak niet. De imker heette A. Tukker (van Borselenweg 15). Een gedeelte van het bedrijf stond onder leiding van de heer H. van der Meulen. Er was ook nog een bakkerij gebouwd voor het bakken van grote roggebroden voor de paarden, met bakker Rijk van der Kaa. De woningen oogden genoeglijk en boden de families Burgers, Middendorp (Duitschekampweg 15 Wolfheze) en Wiersma het nodige comfort, zoals waterclosets e.d. Het herenhuis Waldfrieden was het vakantiehuis van de familie Van Mesdag en er stonden verder woningen voor de vaste arbeiders en hun gezinnen. Bovendien een opzichterswoning voor de heer C. Klaver en zijn gezin. Hij zorgde voor het onderhoud van de bossen. Tot Johannahoeve behoorde ook de boerderij 'Reijerscamp'. Van daaruit werden de landerijen rond Wolfheze bewerkt. Tijdens de Eerste Wereld Oorlog zakte de Nederlandse economie in. In het jaar 1922 gaf Mesdag zijn modelboerderij op. Hij kon de concurrentie met minder hooggekwalificeerde bedrijven en de import vanuit het buitenland, toch niet meer aan. De boeren van de Jonkershoeve in Wolfheze verwierven er eigen grond, zoals vaste arbeiders, al eerder, een-derde hectare hadden om hen, aan het bedrijf te binden". Directeur Burgers pachtte de boerderij 'Reijerscamp' en vertrok later naar Spanje. Wiersma betrok een eigen bedrijf aan de Duitschekampweg 15 Wolfheze. De familie Van de Craats bleef nog jaren boven het koetshuis wonen. De families Huisman, Van Manen, Ekkens en Hogendam zetten het boeren bestaan als pachters voort. De villa Waldfrieden werd een pension en de Johannahoeve werd een normale boerderij met geen 900 maar met rond de 45 hectare grond. De Johannahoeve werd gepacht door de familie Hoogendam. Tijdens de crisisjaren 1928 - 1940 werden er ook kamers verhuurd aan pensiongasten. De familie Hoogendam en later ook zoon Evert Hoogendam woonden na 1944 in de villa De Wijde Blik. Volgens de Oosterbeekse courant van 18 juni 1932 zal Johanna-Hoeve verkocht worden aan een Jezuïetenorde uit Spanje. Dat gaat niet door. De Slag om Arnhem in september 1944 maakte aan veel illusies en mogelijkheden een einde. Een deel van de 1e Onafhankelijke Poolse Parachutistenbrigade, kwam met zware wapens in zweefvliegtuigen, op 19 september bij de Johannahoeve, midden in zware gevechten tussen de Engelsen en de Duitsers terecht. Hierdoor gaat veel materieel en mankracht verloren. De Johannahoeve wordt een waar slagveld. Oorlogsbronnen over de Johannahoeve Oorlogsbronnen over Hoogendam |
![]() Staande op de huidige Sportlaan, ter hoogte van de golfbaan, kijken we zuidwaarts in de richting van de Johannahoeve. Uiterst links, de oudste boerderij van de Johannahoeve, de boerderij ‘De Leemkuil’. Het huis aan de rechterkant, de Wijde Blik, bestaat anno 2009 nog. Aantekeningen op de foto van: Kees Klaver en Cor de Winkel. |
|
Enkele toenmalige (1937) adressen | Amsterdamscheweg 173, H. Hoogendam Amsterdamscheweg 169, H. van Manen Amsterdamscheweg 197, B. Westra Wolfhezerweg 102, C. Klaver |
Arnhemsche courant 1935: "De plannen voor een autorenbaan. Toen eenigen tijd geleden bekend werd, dat het bestuur van de K. N. A. C. zijn toestemming, verleend aan het gemeentebestuur van Heerlen, introk, omdat dit geen kans zag het benoodigde geld bijeen te brengen, hebben de Arnhemsche initiatiefnemers zich onmiddellijk tot het bestuur der K. N. A. C. gewend met de mededeelingen, dat zij nu de plannen weer ter hand namen en binnenkort definitieve voorstellen zouden doen. Sindsdien zijn verschillende plannen in studie genomen. Een daarvan was de aanleg van de racebaan op een voor natuurreservaat niet bestemd gedeelte van de Hooge Veluwe. De burgemeester van Renkum, de heer J. J. Talsma zinspeelt daarop in een hoofdartikel, dat men in dit nummer vindt. Een bezwaar van Arnhem en Renkum tegen het plan Hooge Veluwe is, dat het landgoed valt onder de gemeente Ede, zoodat de vermakelijkheidsbelasting geheel in de kas van die gemeente vloeit. Een van de andere plannen is het aanleggen van de baan op het landgoed „De Johannahoeve", dat gedeeltelijk onder de gemeente Renkum, gedeeltelijk onder de gemeente Arnhem valt. We vernemen dat er heden op de Johannahoeve opmetingen zijn verricht, en onderzoekingen zijn gedaan naar de bodemgesteldheid, welke zeer geschikt bleek voor het beoogde doel. Welke van de plannen tenslotte de voorkeur zal krijgen is nog niet met zekerheid te zeggen. Doch velen zullen hopen, dat de autorenbaan in de omgeving van Arnhem tot stand zal komen. De kansen staan gunstig, want zijn we juist ingelicht, dan is het benoodigde kapitaal reeds bijeen". | Later blijkt dat de eigenaren van de
gronden hfl 700.000 vragen terwijl er slechts hfl 600.000 door de KNAC
geboden werd. De plannen worden afgebroken. De Telegraaf; 10-06-1955: "Vrouwengevangenis bij Arnhem. Op de terreinen van de Johannahoeve. Op vijf kilometer van Arnhem, zal onder architectuur van ir. F. Sevenhuysen een nieuwe vrouwengevangenis worden gebouwd. Deze komt in de plaats van de sterk verouderde vrouwengevangenis in Rotterdam. Het wordt een hoofdgebouw met een aantal paviljoens er omheen, waarin de vrouwelijke gevangenen overeenkomstig de moderne opvattingen, welke bij ons gevangeniswezen sinds enkele jaren in practijk worden gebracht, werkzaamheden zowel in als buiten de inrichting kunnen verrichten". Arnhemsche courant, 1934: "De zweefvliegdemonstratie op Johannahoeve. Naar wij vernemen hebben de autoriteiten thans toestemming verleend voor het houden van een zweefvliegdemonstratie op Johannahoeve op 7 April a.s. (Pelikaandag voor de gemeente Renkum). De demonstratie zal plaats hebben van 2:00 tot 3:30 uur". |
![]() Een kaart van Waldfrieden in 1940, getekend door een Wagenings voluntair. Was in het bezit van dhr Noordam en werd aan C. Klaver gegeven. |
|
De Tijd, De Maasbode; 16-11-1961: "Op
het daarvoor beschikbare terrein Johanna-hoeve in Arnhem zal een nieuwe
vrouwengevangenis worden gebouwd. De vrouwengevangenis in Rotterdam kan
dan worden opgeheven, aldus minister Beerman in zijn memorie van
antwoord op de begroting van Justitie". Omdat het aantal te verwachten op te sluiten vrouwen in de jaren vanaf 1961 afnam van 110 naar 40 in 1973, werd besloten af te zien van de bouw bij Arnhem. In 1978 wordt er een gedeelte van de gevangenis in Maastricht voor vrouwen bestemd. |
Dan komen er plannen om een gedeelte van de Johannahoeve te bestemmen
voor sport accommodaties. De Nederlandse Sport Federatie vraag
toestemming en in februari 1963 geeft de provincie Gelderland
toestemming voor een sportcentrum. Papendal wordt officieel geopend op
7 mei 1971 door prinses Beatrix. Meer over de Johannahoeve. |
![]() Weet iemand hoe deze kaart van de Topografische Dienst te Emmen bij het huidige Kadaster is op te zoeken? |
|
In 1922 gaat het slecht met het landgoed, waarschijnlijk is de grootschaligheid hiervan de oorzaak. Het totale landbouwterrein wordt verkaveld in diverse percelen van de bestaande boerderijen, hier kan dan weer geboerd worden door de medewerkers van het bedrijf; zij pachten de grond. |
Er is meer recessie in het Renkumse. Na 1914-1918 gaat het slecht in Europa. Vanaf 1923 is ook in Nederland de recessie voelbaar. Dan is er de beurskrach in New York in oktober 1929. Daarna inflatie, werkeloosheid en een volgende wereldoorlog. |
"Waar Z. K. H. Prins Hendrik alles doet om den grofwild stand te beschermen en te verbeteren en aan Baron Van Pallandt van Rozendaal moet verzocht hebben, om hierin zooveel mogelijk zijn medewerking te verleenen, wordt door Minister Halma een doorloopende vergunning gegeven aan een zekeren heer Burgers, opzichter van het landgoed „Waldfriede” onder Oosterbeek, om bij dag en bij nacht grofwild te bemachtigen en dit nog wel in een streek, waar de reestand verre van schitterend en het jachtrecht verpacht is. Z.Ex. Minister Talma schijnt in al zijn nieuwe wetten op ’t gebied van Landbouw, Vogelbescherming, enz. het er op aan te leggen, om den wildstand te vernietigen en de jacht te benadeelen zonder zich aan het economisch belang van het jachtbedrijf te storen". Uit: De Nederlandsche jager; voor jagers en honden liefhebbers, 26-08-1911 | ![]() 1934 |
![]() Een uitsnede van een topografische kaart van Oosterbeek rond 1922. Bron Gelders Archief 1509-239 |
|
De Boerderijen en omgeving | |
De Modelboerderij Amsterdamscheweg
173 als eersten hebben hier veel vaste medewerkers gewoond. Op de begane grond waren 3 keukens en 3 zitkamers, een zuivel verwerking en een laboratorium. Op de boven etage waren 9 slaapkamers en 3 zolders. In de smederij werkte J. Schuilenburg en in de timmerwinkel W. Hartgers. De familie H. Hoogendam kwam er in november 1924 wonen |
|
De Wijde Blik, Amsterdamscheweg
179 P.H. Burgers woonde eerst in deze directeurswoning ten oosten van de modelboerderij, later Westra en Huijsman; wellicht ook Pijpstra. De familie Hoogendam woonde als laatste pachter van de Johannahoeve in de Wijde Blik. Na de evacuatie woonde de zoon Evert Hoogendam nog tot 1949 in de Wijde Blik. Is het adres Amsterdamscheweg 179 veranderd in Johannahoeve 79? |
![]() de oude dienstwoning De Wijde Blik. |
Reijerscamp, Reijerskamp 1, Wolfheze BAG 1991 500 meter ten noorden van Het Zwarte Hek werd in 1913 “de Reijerscamp” gebouwd. Tussen 1917-1919 woonde G.J. Loehuis er, daarna J. Harms (boswachter) 1919-1920 en van 1920-1923 O. van Middendorp, die daarna naar de Duitsekampweg is verhuisd. P.H. Burgers kwam er vanuit de directeurswoning wonen tussen 1923-1928; A.W. de Kloet woonde er tussen 1927-1932. Na J. Dijkstra 1932-1938 kwam in 1939 de familie Noordam er te wonen tot 2002, waarna het terrein overging naar Natuurmonumenten. "Reijerscamp: Tussen 1917-1919 woonde G.J. Loehuis er, daarna J. Harms (boswachter) 1919-1920 en van 1920-1923 O. van Middendorp, die daarna naar de Duitsekampweg is verhuisd. P.H. Burgers kwam er vanuit de directeurswoning De Wijde Blik, wonen tussen 1923-1928; A.W. de Kloet woonde er tussen 1927-1932. Na J. Dijkstra 1932-1938 kwam in 1939 de familie Noordam er te wonen tot 2002, waarna het terrein overging naar Natuurmonumenten". Kees Klaver en Cor de Winkel in 2009 In het jaar 1922 gaf Mesdag zijn modelboerderij op. Directeur Burgers pachtte de boerderij 'Reijerscamp' en vertrok later naar Spanje. Naast deze boerderij werd een Amerikaanse windmolen geïnstalleerd ten behoeve van het oppompen van water naar een reservoir in de boerderij. Wat later, rond 1926, is er nog een boerderij gebouwd aan de Duitsekampweg 15. |
![]() |
De Reijerscamp. Reijerscamp werd net als andere gebieden in de buurt in de 19e eeuw bebost voor de productie van hout voor de mijnbouw. In het begin van de 20e eeuw werd het echter alweer ontbost ten behoeve van akkerbouw. |
"In 1784 komen we voor het eerst de naam van Otto Reyers tegen. Hij is geboren in 1739 en overleden op drie mei 1827 en was getrouwd met Maria Camp; samen hadden ze eenzoon en twee dochters. Zijn beroep was meester metselaar. Veel namen herinneren nogaan deze grootgrondbezitter, nl. Reyers-Heide (vroeger Reyersheyde) Reyers-Camp (vroeger Reyerskamp) en Reyershof. De boerderij Reyerskamp wordt op kaarten ook welaangeduid
als Papendal. In 1822 vraagt Reyers aan de Burgemeester van de Stad
Arnhem het heideveld aan de zuidzijde te mogen verlengen om zo aan te
sluiten aan deopgeworpen
wallen van Wolfheze. Hij komt hiermee in conflict met de eigenaren van
Drijen (Graaf van Ranzov), Sonnenberg (Jonkheer Willem Engelen) en
Wolfhezen (Baron Bentinck, rentmeester P. v. Kesteren)". Bron Cor de Winkel en Kees Klaver Nog een bron secretaris Vogel |
De Reijerskamp op Papendal![]() 1850: Alleen kavels met bosbouw. En uit andere advertenties blijkt dan dat deze Reijerskamp zowel ten noorden als ten zuiden van de Amsterdamse weg is te vinden. ![]() 1852 |
![]() 1852; idem Op de kaart ten behoeve der manoeuvres van de 1ste divisie infanterie in 1902 is de Reijerskamp te vinden tegenover de huidige ingang van het sportcentrum Papendal en de Koningsweg. |
De Leemkuil Amsterdamscheweg 167
(Johannahoeveweg 20). De
oudste boerderij op het huidige terrein van de Johanna-Hoeve stamt uit
1884 en bestond uit koeienstal (potstal), paardenstal, varkensstallen,
deel en dorsvloer onder één dak. Zeer waarschijnlijk woonde Jennings de bedrijfsleider van de Johannahoeve er van 1908-1912; daarna woonde J.H. Thomassen er een lange tijd en later D. Evers die getrouwd was Dirkje van Maanen. Toen zij na 6 jaar overleed bleef Dirk Evers met 4 kinderen achter en hertrouwde hij met Hendrika van Maanen, samen kregen zij 5 kinderen, totaal dus 9 kinderen om te verzorgen. In december 1962 hebben zij de boerderij verlaten. De Leemkuil werd in 1964 afgebroken. Ten zuid oosten van het huidige Papendal stond deze boerderij “de Leemkuil”; de naam ontleent deze boerderij aan een diepe leemkuil, die ten westen van de boerderij lag naast het varkenshok en die in 1935 volgestort is met zand van het talud achter de boerderij “Het Hof”. De Slenk Amsterdamscheweg 181: Hier woonde J. Otten, hij werkte in de centrale en later woonde G. Aalbers er, totdat het terrein verkocht werd aan de Nederlandse Sport Federatie (N.S.F.). (zie de kaart hiernaast) De verpachting van een gedeelte van de Johannahoeve aan G. Aalbers. 1957-11-07 Aan de ligging van de boerderij de Slenk herkennen wen nu het huidige sportcentrum Papendal. De ligging van de Koningsweg en de Wolfhezerweg geven ook een indruk van de locatie. De boerderij de Slenk heb ik nooit gekend. De schuur van de boerderij is gerenoveerd en was rond 1973 in gebruik als kantine voor groepen op het sportcentrum. Papendal was toen 2 jaar open. Die schuur is alweer verdwenen. De vader van G. Allbers was waarschijnlijk J. Aalbers, de landbouwer aan de Zandweg over 't spoor E 13, Oosterbeek (adresboek 1912) De Schaapskooi: Vanaf het begin woonde er Van Buuren de schaapherder en ongeveer in het jaar 1919. Op het terrein stond een schaapskooi met een woning bij de Slenk met een energie- en waterleidinggebouwen; de gebouwen bij de Slenk zijn nu bekend als Papendal. Het Zwarte Hek Duitsekampweg 62: waarschijnlijk eerst A. de Bruin 1910-1915, daarna O. van Middendorp 1915-1919, G. Meurs 1920-1925, G.H.P. Haalboom 1926-1928, J.C. Rus 1928-1934 en W.H. Hijnekamp vanaf 1934. Veel later is Barenbrug de zaadhandel er gaan slopen en herbouwen. |
![]() |
![]() Bouwtekening voor Aalbers uit 1949 aan de Amsterdamscheweg 183 in Arnhem, bron Gelders Archief: NL-AhGldA_1700_9576-1417-0001 |
|
![]() Bouwtekening voor Aalbers uit 1949 aan de Amsterdamscheweg 181 in Arnhem, bron Gelders Archief: NL-AhGldA_1700_9576-1416-0001 |
|
De Vierslag, Wolfhezerweg 94, 96,
98 en 100 in Wolfheze: Gebouwd rond 1875. Hier vinden we de eerste bewoners, die werkzaam waren bij de Vennootschap “Heideontginning te Wolfheze” en bij het onderhoud van de Rijnspoorweg. Elders is te lezen dat de Vierslag ten tijde van de Johannahoeve is gebrouwd. Het jaartal 1875 komt van de kadastertekeningen uit dat jaar. Ze staan bij de geschiedenis van Wolfheze. Mischien een verbouw? herbouw? "Bij station Wolfheze werden enige arbeiderswoningen gebouwd De Vierslag, om onderdak te bieden aan vaste medewerkers, die elk een halve ha grond voor eigen gezinsgebruik konden bewerken. Daar verrees ook de woning van (jacht)opzichter C.Klaver." (bron Jansen: Blik Omhoog, pagina 1257 In de tijd van Johanna-Hoeve woonden hier diverse arbeidersgezinnen o.a. Steenbeek, Hulstein, Esmeier, Eggen, en Geert Sanders (Wolfhezerweg 98A). Later o.a. Maassen. In een schrijven van de gemeentearchitect in 1938 komen we het volgende tegen: G. Sanders, die een houten schuur bewoonde met een woongedeelte van 2 x 4 meter, werd gelast binnen 6 maanden de woning te verlaten. Deze schuur naast de Vierslag werd gebruikt voor gereedschappen, stalling van enkele stuks vee en bewoning; het woongedeelte was verre van zindelijk. Gaart Sanders was de schillenboer in Wolfheze. |
![]() rond 1942 - 43. dhr Maassen ?? |
In 1917 (Eerste Wereldoorlog) verhuurt de heer van Mesdag aan het rijk der Nederlanden ca. 13,6 ha grond, gelegen aan de noordzijde van de Duitsekampweg op de hoek van de Wolfhezerweg in Wolfheze. Op dit terrein worden in zeer korte tijd 73 barakken gebouwd voor internering van Duitse krijgsgevangenen. Hij verhuurt het voor fl. 150,00 per jaar voor iedere ha die het gehuurde terrein groot is en voor onbepaalde tijd. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog, in 1919, is alles weer afgebroken en verkocht en is het terrein weer in de oude staat hersteld. | Het Hof, Amsterdamscheweg 169:
hierin woonde O.G. Wiersma en deze verhuisde in 1927 naar de
Duitsekampweg 15. Hierna komen E. Ekkens en in 1933 H.v. Manen er te
wonen.![]() uit de Prov-Drentsche-en-Asser-courant-22-1-1916 Boerderij “Het Hof” is in 1916 afgebrand. Later is deze boerderij herbouwd vlak bij het hoofdgebouw. |
1929 Jhr. H. H. Sandberg van Boelens, verhuisd van: „Waldfriede" te Oosterbeek, terug naar: Huize „de Hoogenkamp", Amsterdamscheweg 212, Arnhem ![]() 1935 |
De modelboerderij c.a.
was in 1909 gebouwd; alle gebouwen om een grote binnenplaats: het
woonhuis met de knechtenkamers, het kantoor, de grote koestal, een
paardenstal en varkenshokken. Verder waren er een overdekte mestvaalt en een grote
schuur, die voor de helft als bergplaats diende voor strobalen. In de
andere helft was de maalderij ondergebracht Achter dat geheel stonden
drie hooibergen en een zaadmagazijn. Lange rijen koestallen en
graansilo's completeerden het geheel. In die silo's werd gehakselde
mais opgeslagen. Die maïs werd afgedekt met een meter zand en van
onderaf, door luiken, door middel van lorries langs de voederbakken
gevoerd. Die maïsteelt was ook al zo'n progressief verschijnsel, dat in
Nederland zeker vóór de Tweede Wereldoorlog elders nog niet in zwang
was. Tegenwoordig wordt dat voorbeeld van Johannahoeve van toen alom in
den lande massaal gevolgd. In de koestallen, was plaats voor zo'n 125 stuks glanzend stamboekvee. Voorts grote varkensschuren voor de fokkerij en mesterij van gerenommeerde varkensrassen, een koetshuis, stallen voor zo'n 20 tot 30 werkpaarden en nog veel meer. Er werden ook woningen gebouwd bij de boerderij en op enkele andere plaatsen; onder andere de nog bestaande directeurswoning. Bij de grote villa hoorde een koetshuis met erboven een tuinmanswoning. De villa werd in latere jaren onder de oude naam 'Waldfrieden' als pension geëxploiteerd. Op dinsdag 19 september 1944 werd de boerderij in brand geschoten. Ook de villa 'Waldfrieden' ging toen in vlammen op. |
Volgens de Oosterbeekse courant van 18 juni 1932 zal Johanna-Hoeve verkocht worden aan een Jezuïetenorde uit Spanje. Een maand later blijkt dat de verkoop niet door gaat en zijn er onderhandelingen geopend met de Koninklijke Nederlandsche Automobielclub. Deze organisatie wil het totale oppervlak van 750 ha kopen om daar allerlei sportactiviteiten te gaan bedrijven. Rond het terrein moet een grote autoracebaan worden aangelegd met in het midden terreinen voor allerlei sportdoeleinden, zoals tennis, voetbal, wielrennen, zwemmen en atletiek. | Aan de buitenkant van de racebaan blijft een bouwterrein van 100 ha beschikbaar voor de bouw van een villapark. Het geheel wordt geraamd op ca fl. 1.500.000,-. Mede door tegenwerking van bewoners uit de omgeving wordt in begin 1934 besloten om dit project niet door te laten gaan. Terwijl het gemeentebestuur van Renkum en de O.V.V. het plan voor de gemeente van groot belang vonden. |
"Auto-racebaan bij Arnhem De snelste baan van Europa Het terrein is buitengewoon geschikt voor het beoogde doel en munt uit door zijn centrale ligging Behoorlijke rentabiliteit mogelijk Keuze van het terrein De keuze van het terrein is gevallen op de uitgestrekte bezitting „Johanna-hoeve" onder Arnhem en Oosterbeek, die door haar bijzondere ligging buitengewoon geschikt is voor het beoogde doel. Plannen tot oprichting van een auto-renbaan in Nederland bestonden reeds jaren geleden, doch tot nu toe hebben deze met tot het gewenschte resultaat geleid. Thans blijkt reeds in breede kringen belangstelling voor dit plan te bestaan. De oorzaak van de mislukking der oudere plannen moet waarschijnlijk worden toegeschreven eenerzijds aan de wijze, waarop de plannen zijn opgezet en uitgewerkt, anderzijds aan de keuze van bijzonder dure of door hun afmetingen ongeschikte terreinen, waarbij het verkeersvraagstuk*, dat bij een dergelijke baan een belangrijke rol speelt, mede gewicht in de «haal zal hebben gelegd. Tot nu toe is het eenige, wat in Nederland op dit gebied bestaat de baan voor de T.T.-races bij Assen. Deze baan is echter niet permanent. Voor hen, die per auto of motorrijwiel de races willen bezoeken zijn vele wegen aanwezig, die een voldoende verkeerscapaciteit hebben. Voor de richting Amsterdam via Amersfoort dient de Amsterdamsche weg; voor de richting Utrecht en Zuid-Holland de weg naar Wolfheze en de Utrechtscheweg. Voor bezoekers van het Noorden via Apeldoorn—Zwolle de Koningsweg; voor bezoekers van het Oosten, Twente en Duitschland via Arnhem; voor bezoekers van het Zuiden, Limburg, Nijmegen, Arnhem en Oosterbeek de Utrechtsche weg en Stationsweg te Oosterbeek. De totale capaciteit dezer toegangswegen bedraagt ongeveer 8000 wagens per uur. Bij dit aantal moeten de motorrijwielen en fietsen worden opgeteld, omdat deze gemakkelijk ongehinderd naast de wagens kunnen rijden. Ruime parkeerterreinen zullen worden aangelegd, waarop plaats is voor dertig tot vijftigduizend wagens". Uit: De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad 15-11-1933 | "De auto-racebaan nabij Arnhem.
Geruchten doen de ronde, dat
men het plan om een auto raoebaan Johannahoeve nabij Arnhem heeft
laten varen o.m. omdat het terrein te klein zou zijn, terwijl voorts
volgens deze geruchten onderhandelingen gaande zouden zijn om een
terrein aan te koopen onder de gemeente Ede. Naar men ons van de zijde
van het syndicaat voor de auto-racebaan op „Johannahoeve" mededeelt,
zijn deze geruchten van allen grond ontbloot. Er is nimmer aan een
terrein onder Ede gedacht an zelfs wanneer dat het geval zou zijn, zou
men te Ede op verschillende bezwaren stuiten, zooals het niet aanwezig
zijn van groote verkeerswegen, welke wel gelegen zijn bij de
„Johannahoeve . Het laatstgenoemde terrein is bovendien zoo groot, dat
men de baan, als men wil, 5 K.M. langer kan maken. De ontworpen baan
heeft echter een lengte van 12 K.M., een eisch, welke door de
Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club is gesteld als voorwaarde
voor de verleende licentie". Uit de Haagsche courant 09-12-1933 "AUTO-RENBAAN BIJ ARNHEM? Onderhandelingen met eigenaar van Johanna-hoeve afgesprongen. Den Haag, 27 Juni (Aneta). De onderhandelingen over den aanleg vaneen auto-renbaan bij Arnhem met den eigenaar van de Johanna-hoeve, die een bedrag van 7 ton vroeg, zijn afgesprongen op een bedrag van 1 ton. Thans zijn onderhandelingen geopend met andere grondbezitters". Uit De locomotief 28-06-1935 "Plannen voor een auto-racebaan te Apeldoorn EEN OBJECT VAN ƒ 1.200.000. Reeds jarenlang wordt er in ons land gewerkt aan plannen voor de stichting van een autorenbaan. Arnhem heeft er indertijd den stoot toe gegeven met het plan Johanna-hoeve en sindsdien zijn er tallooze plannen geweest, zonder dat er 'nochtans een veel verder is gekomen. Thans weer is het volgende communiqué verspreid: Naar wij vernemen, is er thans een naamlooze vennootschap opgericht met het doel, binnen niet te langen tijd, behoudens goedkeuring van den raad der gemeente Apeldoorn en Waterstaat, over te gaan tot den aanleg en de exploitatie van een autoracebaan in de gemeente Apeldoorn". Arnhemsche courant 06-09-1937 |
![]() |
![]() Kavel 1030 uit de brief hiernaast is later 1208, hierboven, tekening uit 1951 (uitsnede) |
![]() 1937 |
![]() 1939 |
Henk Zanen Rond juli 1943 werd het gehele landgoed verkocht; het grootste gedeelte kwam in het bezit van de Haagse wegenbouwer H. Zanen, ongeveer 740 ha, terwijl het voornaamste gedeelte, de Johannahoeve, met de gebouwen en 130 ha grond in het bezit kwam van de missiecongregatie Mill Hill. De villa Waldfriede was kennelijk niet in de verkoop inbegrepen. UITZOEKEN Henk Zanen bouwde samen met Dirk Verstoep van 1942 tot 1944 aan de latere A12 (Hazepad), de verbinding van Den Haag naar de Duitse grens. Zijn landbouwgronden verpachte hij aan de zittende boeren aldaar. In de septemberdagen 1944 vonden hier een groot deel van de luchtlandingen plaats, rond de Reijerscamp zijn 161 gliders geland. Bij de modelboerderij is veel voorraad gedropt en een deel van de Polen is daar neergekomen. |
Zanen verkocht eind 1963 93 ha grond van zijn bezit aan de Nederlandse Sport Federeatie (N.S.F.) voor het sportcentrum Papendal; later kocht de N.S.F. nog 29 ha van de Mill-Hill congregatie. In 1942 kwam father Wieschermann in contact met Zanen die bezig was met de aankoop van het landgoed Johanna-Hoeve. Op 13 augustus 1943 kocht de congregatie 130 ha van de weduwe van Mesdag waarvan ongeveer 17 ha in de gemeente Renkum lag. |
![]() Uitsnede van een kaart met hoogtelijnen uit 1938. Helaas is er bij het origineel aan de onderkant een kleine verschuiving. Bron Gelders Archief 1509-269-0002. Weinig bebouwing te zien. |
|
Rusthuis Waldfriede en St. Joseph's Broederhuis (Mill Hill) | |
![]() Op deze uitsnede van een kaart uit 1944 is te zien dat Waldfriede er nog is en de model boerderij Johannahoeve is meer ten noord-westen van Waldfriede, Bron Gelders Archief 3499. De Johannahoeve tekst klopt niet want in de periode 1943 1944 wordt daar Nieuw-Vrijland gebouwd. |
|
Klop dit? Welk adres | In
1915 begint de opleiding van Mill Hill-broeders om het vele materiële
werk over te nemen uit de handen van de missionarissen. Tijdens WO I
wordt een broederschool opgericht in Oosterbeek bij Arnhem. Tijdens WO
I komen al de eerste broeders aan, o.m. Jacobus Driessen. BRON: https://www.tenbunderen.be/voorgeschiedenis4.html |
St. Joseph's Congregatie voor Vreemde Missiën van Mill-Hill. | |
Huize Vrijland![]() 1870 "ST. JOSEPH RUSTOORD „HUIZE VRIJLAND.”Met de hoogst welwillende goedkeuring van Z.D.H., den Aartsbisschop van Utrecht is dezer dagen door den Z.Eerw. heer Dom. Wagenaar, Oud-Apostolisch Prefect van Kashmir, namens de St. ,loseph's Congregatie voor Vreemde Missiën van Mill-Hill, aangekocht het landgoed „Vrijland' aan den Koningsweg onder Arnhem. Gelegen op den Zuidelijken rand der Veluwe en aansluitend bij de schone en gezonde omgeving van Arnhem zijn de terreinen en de daarop bestaande gebouwen bijzonder geschikt voor hunne drievoudige bestemming. De St. Joseph's Congregatie stelt zich n.l. voor: 1. het landgoed te maken lot een Rustoord voor hare oude Missionarissen 2. het tevens in te richten als een Sanatorium voor hare lijdelijk invalide Missionarissen, 3. er ook eene Opleidingsschool te vestigen voor Broeders-missionarissen. Wegens de groote toename van het studenten en ledental der Congregatie waren de Colleges niet meer in staat om de oude en zieke Missionarissen naar behooren te huisvesten en kon tot heden aan de speciale opleiding van Broeders-missionarissen nauwelijks gedacht worden. Thans is in deze tekorten op gelukkige wijze voorzien. In het bewustzijn, dat door dezen aankoop een belangrijke stap gedaan is voor den verderen bloei van het Missiewerk der St. Joseph's Congregatie, wier leden voor het grootste deel Nederlanders zijn, vertrouwt de Z.Eerw. Directeur voor de nieuwe stichting op een even hartelijk welkom van Katholiek Nederland, als vroeger reeds te beurt viel aan het St. Joseph's Missiehuis te Roosendaal en het St. Joseph's Studiehuis te Tilburg. ..... |
Belast
met de
taak der oprichting en verdere instandhouding van de Stichting meent
hij daarom onbeschroomd een dringend beroep te mogen doen op de
Liefdadigheid en den steun der Nederlandsche Katholieken, waarop hij
thans is aangewezen. Voor geschikte jongelingen, die roeping gevoelen
om als Broeder-missionaris hunne krachten aan het Missiewerk te wijden,
beslaat vanaf heden gelegenheid, zich aan te melden. Voorloopig zullen
bij voorkeur dezulken worden aangenomen, die reeds een nuttig vak of
bedrijf kennen, of anderszins eenige technische opleiding genoten
hebben. Voor bijdragen of inlichtingen wende men zich tol den Z. Eerw.
Heer Dom. Wagenaar. Directeur Huize ~ Vrijland Koningsweg onder Arnhem". Uit de Nieuwe Tilburgsche Courant 08-10-1919![]() Uit de Nieuwe-Rotterdamsche-Courant-15-4-1917 |
De
Mill Hill missionarissen begonnen in Engeland in een plaatsje Mill Hill ten
noord-noord-westen in Londen. Op een gegeven
moment worden er ook in andere landen wervingen voor broeders en paters
opgestart. In Nederland begint men in 1890 in Roosendaal. Vanaf 1914
verrezen er nieuwe Mill Hill-vestigingen in Tilburg, Hoorn en Haelen. Huize Vrijland te Schaarsbergen werd in 1919 gesticht door pater Dominicus Wagenaar. Vrijland werd een rust- en verzorgingstehuis voor de Mill Hillers. Daarnaast zou Vrijland dienen als broederopleiding voor de congregatie. In 1928 werd de boerderij Sint Jozef gebouwd, in 1931 een nieuwe kapel en in 1935 een nieuw “fatherhuis”. De zusters zorgden voor de huishouding van Vrijland. Verlof aan de R.C. Congregatie St. Joseph's Foreign Misssionary Society te Mill Hill bij Londen tot het aanleggen van een bijzondere begraafpl. Op een terrein aan den Koningsweg. archief secretarie Arnhem 1917 - 1924 "De Paters van Mill-Hill. Onze correspondent meldt ons: Vlak bij Arnhem (aan den Koningsweg) hebben de Paters van Mill-Hill het Huis Vrijland aangekocht, om hier hoofdzakelijk een rustoord voor de Fraters hunner Congregatie te vestigen". Uit het Eindhovensch dagblad 30-08-1919 ![]() |
![]() Het voormalige missiehuis Vrijland in Arnhem, plannen om het af te breken in 2023. Rond de jaarwisseling 1940-1941 werd het pand opgeëist door de Duitse bezetter. De paters, broeders en ook de zusters vonden onderdak in villa Lichtenbeek aan de Amsterdamseweg. Aangezien de congregatie geen toekomst meer zag in het oude Vrijland, werd nog tijdens de bezetting het klooster verkocht en een nieuwe bestemming voor de rustende missionarissen en broederopleiding gevonden in de Johannahoeve te Oosterbeek. De koop van dit perceel met een drietal boerderijen, koetshuis en villa vond plaats in 1943. Voor Oosterbeek gebruikt kon worden, moesten de Mill Hill'ers nog enkele malen evacueren vanwege de intensieve en langdurige oorlogshandelingen rond Arnhem. Tijdens de evacuatie in september - oktober 1944 werd enige tijd onderdak gevonden bij de Karmelietessen te Schaarsbergen en daarna Ugchelen. |
Het oude woonhuis De Lichtenbeek. Amsterdamscheweg Arnhem Het huis De Lichtenbeek is tijdens de bezetting afgebrand, niet door oorlogsgeweld maar door onvoorzichtigheid. Het huis was toen (april 1942) in gebruik bij de paters van Mill-Hill. Zij woonden er omdat hun Vrijland door Duitsers werd gebruikt. Het koetshuis en de orangerie bleven staan. ![]() "Vrijdagmiddag (24 april 1942) heeft een felle brand gewoed in huize „De Lichtenbeek" aan de Amsterdamsche weg nabij Arnhem, in welk pand een rusthuis voor invalide missionarissen van Mill Hill gevestigd is. De brand ontstond doordat een pot met olie, welke in een kamertje op de zolderverdieping werd verwarmd, vlam vatte. Tevergeefs trachtten de bewoners het vuur te stuiten. De Arnhemsche brandweer kon niet verhinderen, dat het vuur ook naar de tusschenverdieping oversloeg, welke geheel uitbrandde. Ook de parterre liep branden waterschade op, het belangrijkste gedeelte van het pand brandde uit. Een gedeelte van den inboedel van het gebouw, waarin ruim 20 paters gehuisvest waren, kon men nog tijdig naar buiten dragen. Verschillende paters evenwel hebben al hun bezittingen verloren. Het gebouw is het eigendom van de stichting „Het Geldersch Landschap." Uit de De Zuid-Willemsvaart 27-04-1942 |
![]() ![]() |
![]() In 1941 gaat father Wieschermann een kijken of Waldfrieden iets voor de Mill Hiller's zou kunnen zijn. Er wordt nog niet op Nieuw Vrijland verbleven. In 1943 kocht father Wieschermann van de Sint Josephscongregatie der Vreemde Missiën van Mill Hill een deel van het landgoed Johannahoeve, 130 ha. groot, en omvattende onder meer de villa Waldfriede met koetshuis , de “kleine villa”, de boerderij Johannahoeve met 45 ha. cultuurland, de boerderijen Het Hof en De Leemkuil en 40 ha. bos. |
In eerste instantie werd het ‘Nieuw Vrijland’ genoemd naar het oude
rusthuis en herstellingsoord voor de missionarissen en
opleidingsinstituut voor missiebroeders, missiehuis Vrijland in
Schaarsbergen, Arnhem, dat in 1941 door enige Duitsers in gebruik genomen werd.
Veelal werd echter de naam Mill Hill gebruikt.
Er kwam een kloosterbejaardenoord, een broederhuis, een tweetal kapellen en verdere accommodaties. In de septemberdagen van 1944 kregen de gebouwen grote materiële schade, zo werd o.a. de villa Waldfriede in brand geschoten. |
![]() Een kadasterhulpkaart gemaakt in juli 1943, net onder het midden is een schets van de nieuwbouw van Nieuw Vrijland te zien. Heel klein zijn ook meerdere boerderijen te zien. |
|
Uit: De verschrikking van de nacht; Tony Sheldon; 2015 "Het pension Waldfrieden was de avond ervoor in brand gevlogen, waardoor er nog een golf ontheemden ontstond. Dinsdagochtend bereikten de gevechten een climax, vertelt Kees. De hooiberg van de boerderij van de Van Manens, naast de Johannahoeve, vatte vlam en de rook trok over de boerderij en in de kelder". |
Uit het Dagboek van Jeanne Meeter-Endt over de periode van 17 September 1944 – November 1944 (slag bij Arnhem): "De fam. Kochs beheerden pension Waldfriede en daar zaten wij over in onrust, want Waldfriede ligt vlakbij het station en het zat er vol soldaten; ’t leek wel een fort, gisteren, toen wij er waren ter eere van de Zilveren Bruiloft van de Kochs. Bij Station-Hoog schijnende Duitsers zich te verschansen in een groot huis; ‘k vrees dat het Waldfriede is, waar de Kochs zitten of zaten. De Tommies, met wie velen nu in contact zijn, vertellen dat ze versterking zéér nodig hebben, anders houden ze ’t hier niet. Vanmiddag verwachten ze Polen. Intusschen hooren we dat Waldfriede afgebrand is, evenals verschillende andere huizen o.a. van Crayenhage" |
Direct na de oorlog begon men met
de herstelwerkzaamheden; begin 1946 vestigde father Wieschermann zich
op Johannahoeve met 2 broeders in de smidse en na een paar maanden
verhuisden ze naar het gerestaureerde koetshuis van Waldfrieden. Het graanpakhuis: Door Mill Hill'ers later ook wel Juvenaat genoemd. Het vrijwel ongehavende graanpakhuis werd een verblijfslocatie. De begane grond werd een keuken en eetzaal. De verdieping erboven werd een slaapzaal. Op zolder werd een kapel ingericht. |
In maart 1948 werd begonnen met de opbouw van Johanna-Hoeve, de
oude graanschuur werd omgebouwd tot woonhuis en op 5 juni werd dit St. Jozef
Broederhuis betrokken door 28 broeders en father Jan Mous. In 1952 kon
men Oud-Vrijland in Schaarsbergen verkopen en werd opbrengst gebruikt
voor een nieuw rusthuis (Johannahoeve 2) in Oosterbeek, dat op 1 mei 1957 betrokken kon
worden. In 1949 verliet Evert Hoogendam, de laatste pachter, de dienstwoning de Wijde Blik. Op het terrein van Mill Hill is een kerkhofje aangelegd, waar rector in 1947 Wieschermann als eerste werd begraven. |
![]() Bouwtekening van de Johannahoeve (gedeeltelijk) uit 1954 |
|
![]() Kadaster hulpkaart met dienstjaar 1990 |
|
Met
de verbouw van de boerderij Johannahoeve, die de naam St. Joseph
Broederhuis kreeg, werd in 1948 begonnen en kon nog in dat jaar worden
betrokken. Het werd het officiële trainingshuis voor de broeders van
Mill Hill. Na de verkoop van het oude Vrijland in Schaarsbergen kon in 1955 gestart worden met de bouw van Vrijland II op de resten van Waldfriede. De Mill Hill Missionarissen zijn sedert 1956 gehuisvest in Huize Vrijland. ![]() de kapel in de Johannahoeve in het St. Jozef Broederhuis |
Vrijland is een rusthuis voor paters die van de missie terug keerden. De broeders genoten op de ‘boerderij’ het St. Jozef Broederhuis een opleiding voor uitvoerende taken in de missie, waar zij na de opleiding naar werden uitgezonden. Er was een timmerwerkplaats, een smederij en natuurlijk een boerenbedrijf. ![]() de kapel aan de Sportlaan |
In
1948 werden het missiehuis
Vrijland en het St. Jozefbroederhuis bestuurlijk gesplitst. Zorg op
Vrijland en opleiding op de oude Johannahoeve.In 1948 werd het gehuurde
gedeelte (Nieuw-Vrijland) terug gekocht van de Stichting Beheer
Landbouwgronden (SBL). Uitzoeken eigenaren. In 1953 zijn er financiële zorgen. Besloten wordt om Oud Vrijland in Schaarbergen te verkopen aan de Staat der Nederlanden. Er kan in Oosterbeek weer gebouwd worden. Een nieuwe kapel verving in 1954 de kapel op de zolder van het graanpakhuis. Er kwam in 1957 een nieuw carré-vormig broederhuis, met kamers voor rustende missionarissen, een zustervleugel, een recreatiezaal, met keuken en wasserij. Het oude graanpakhuis wordt bestemd voor de opvang van de jonge broeders vanaf 12 jaar. Het wordt een Juvenaat. |
![]() In 1960 zijner 36 stuks rundvee, 61 varkens, en 2620 hoenders. Met subsidie van Staatsbosbeheer worden er tienduizenden jonge boompjes aangeplant. Met dank aan de bosbouwkundige ir. J.F. Firet van Staatsbosbeheer. |
![]() 1949 |
"Oosterbeek. St. Joseph Broederhuis Amsterdamseweg 173, Johannahoeve. Telef. 599. Giro 231816.
Opleidingshuis voor Broeder-Missionarissen van Mill Hill. Aanneming van
candidaten (16-30 jaar) tweemaal per jaar: Februari en Augustus. Duur
van de opl. 5 jaar. Onderricht in alle ambachten en vakken, die voor de
missie noodzakelijk geacht worden. Prospectus op aanvrage. H. Hemmer, Tubbergen, geb.: 5-7-06 Directeur, gew.: 17-7-32 ben.: 12-7-48 Priesters: J. Mous, Mirns, Geest, leider, 14-39-45 H. Brouwer, Poortugaal, 93-19-49 Broeders: Pius V. d. Sande, Tilburg, 08-31-47 Richard v. d. Heyde, Vriezev. 03-33-46 Alexander v. d. Drift, Den Haag, 08-37-46 Odulphus Bruinsma. Roodhuis (Fr.), 15-48-48 Oosterbeek. Rusthuis „Waldfriede”, Dreyenseweg 2a. Telef. 419. Priesters: P. Groot, Bovenkarspel, -03-47 A. Luppes, Oegstgeest, 84-09-48 C. Staffhorst. Utrecht, 87-13-47 A. Mulder, Oldenzaal, 78-03-49 Fr. Groeliker, Enschede, Proc., 05-31-46 C. Landman, Den Haag, Proc., 02-38-49" Jaar overzicht uit 1950 ![]() |
uitzoeken De broeders in opleiding verbleven in het St. Jozef broederhuis. Na hun opleiding werden ze als timmerman, smid, bosbouw, boer, etc, uitgezonden in de missie. |
De
paters (fathers) (priesters) werden opgeleid in .... St.
Joseph-Studiehuis in Tilburg, een kleinseminarie oftewel een gymnasium
voor aankomende priesterstudenten. Of elders? en verbleven in huize Vrijland. UItgezonden naar de missie, gaven ze daar onderwijs, gezondheidszorg en bekeerden de doelgroep. |
![]() Kavel 2579 uit 1953: Noodwoning, bos tuin begraafplaats, sloping van C 3203, de restanten van Waldfriede |
|
De nieuwbouw van Vrijland werd in 1956 opgeleverd. Hoog en Laag 1957: Rusthuis der Mill-Hill-fathers op Johannahoeve (Waldfriede/Vrijland) ingezegend. |
In 1953 besloot de congregatie het na de Tweede Wereldoorlog teruggekochte zuidelijke gedeelte van het aan de Koningsweg in Schaarsbergen gelegen landgoed Vrijland, dat Oud-Vrijland was gaan heten, te verkopen. De opbrengst daarvan werd aangewend voor de bouw bij het koetshuis van de hierboven vermelde villa Waldfriede naar een nieuw kloosterverzorgingshuis, dat in 1956 kon worden betrokken. |
![]() |
![]() Rechts naast Vrijland staat het oude koetshuis, verbouwd uit het oude koetshuis met bovenwoning. Dat koetshuis had weinig oorlogsschade en kon vrij vlot weer gebruikt worden. |
![]() voormalig koetshuis, de kleine villa, de directeurswoning van de modelboerderij. |
In
1958 waren er 60 broeders in opleiding op het St. Jozefhuis. Ook waren
er 30 juvenisten in de leeftijd van 12 tot 16 jaar die broeder wilden
worden en gewoon in Arnhem naar school gingen. Daarna vertrekken de juvenisten naar Haelen, het Missiehuis Aldenghoor; het Juvenaat voor de Broeders van Mill Hill. In 1968 zijn er nog acht broeders in opleiding en daarnaast nog zes oudere broeders. De opleiding werd verplaatst naar Roosendaal. Omstreeks 1970 werd besloten in het St. Jozef broederhuis ook kamers vrij te maken voor rustbehoevende missionarissen, waarvoor het gebouw in 1971-1972 uitgebreid en gemoderniseerd werd. Vanaf 1974 was het broederhuis, dat toen St. Jozefhuis ging heten, nog slechts een tehuis voor bejaarde, maar niet verzorgingsbehoeftige missionarissen. Voor velen een terug naar de plek waar ze opgeleid waren. De akkerbouw verdween en een veestapel werd tot 1987 nog aangehouden. Zo rond 2004 geeft de oude boerderij te veel verval en huizen er ook vleermuizen. De broeders verhuizen naar Vrijland |
![]() Ansicht uit de periode 1940 1944. Bron Gelders Archief |
|
![]() rond 1965 |
![]() rond 1965 |
![]() rond 1965 |
![]() rond 1965 |
Franciscanessen van Mill Hill | |
Franciscanessen van Mill Hill (Z064) Missiehuis Vrijland, Johannahoeveweg 2, Oosterbeek Historie adressering: Dreijenseweg 2; Dreyenseweg eerste vermelding: 1957 RK klooster Zrs. Franciscanessen van Mill Hill (FMSJ) Met als adres: Johannahoeve 2 + 4 |
Activiteiten: Werkzaamheden in Missiehuis Vrijland van de Missionarissen van Mill Hill. De Franciscanessen-Missiezusters van St. Joseph verzorgden vanaf 1957, de huishouding in het missiehuis Vrijland. Meer info: F. Ros; "Mill Hill. 100 jaar in Nederland, 1890-1990", p. 78-79 |
Artikel van H.C.J. Erkens op 23 oktober 1991 in de Hoog en Laag; uit de Oude Doos: enkele foto's | |
![]() het onderschrift is niet goed leesbaar: "Waldfrieden" uit Oosterbeek in oude Ansichen, in 1884 gebouwd voor burgemeester Jan van Embden, verwoest in 1944. Helaas, de burgemeester van Emden wist van niks. |
![]() ![]() |
![]() |
![]() ![]() De voormalige smederij van Mill Hill, nu garage van Koningsoord. |
Het
bejaardenoord Vrijland ligt in een bosrijke omgeving. Het werd in 1957
in gebruik genomen als opvangplaats voor alle Mill Hill'ers, die de
leeftijd der sterken hebben bereikt. „Het is de schatkamer van de
congregatie", zoals Swagemakers zegt. Het heeft nu 50 bewoners, van wie
10 zusters en 40 paters en broeders en 19 personeelsleden, voornamelijk
jonge vrouwen, leken.
Zevenenveertig van de plaatsen
zijn zogenoemd geïndiceerd als opvangplaats voor bejaarden. Daarover
ontvangt men per jaar een overheidssubsidie van 950.000 gulden. De
totale kosten per kamer belopen per maand 2800 gulden, wat per jaar
neerkomt op 1.579.000 gulden. Het gat wordt aangevuld door het inkomen
van de bewoners, dat voornamelijk uit AOW bestaat en uit een
congregatiebijdrage van 312 gulden per maand per bewoner. Dat is
destijds zo met de overheid afgesproken en geldt voor alle
bejaardenoorden van religieuzen, waarvan er 130 zijn. Toen de bewoners gisteren via de krant kennis namen van de op handen zijnde bezuinigingen, hadden ze het er in de refter even over gehad. „Dan eten we maar een bord soep minder", had er eentje gezegd." NRC Handelsblad 20-07-1991 |
![]() Heeft deze zuil een betekenis? |
"Sinds
2011 was het mogelijk voor familieleden van Mill Hill-missionarissen om
een aanvraag te doen om in Vrijland te komen wonen. Dat is dus sinds
kort (2016) niet meer het geval. Daarmee is de kans op een afbouw en,
op termijn, sluiting van Vrijland toegenomen. Vrijland
is het enige kloosterverzorgingshuis van Mill Hill in Nederland en valt
sinds 2011 onder de landelijke zorgkoepel Icare. Het telt nu nog 47
bewoners, onder wie 36 Mill Hill-missionarissen, vier Franciscanessen
(Mill Hill-zusters) en vijf Trappistinnen, een emeritus pastoor en twee
leken. Als de kritische
ondergrens bereikt wordt, komt de levensvatbaarheid van Vrijland in het
geding. Dat moment kan, aldus Van Leeuwen, al over vijf jaar zijn
bereikt." Naar het Algemeen Dagblad van 15 6 2016 |
![]() |
Begraafplaats op Vrijland. Ingezegend op 29 juni 1944. | |
![]() ![]() ![]() |
![]() ![]() |
uitzoeken | Op de begraafplaats zijn veel graven te vinden van zusters. Waar hebben die gewoond? |
Huize Vrijland aan de Johannahoeve in Oosterbeek is verkocht in 2021. Het is de bedoeling dat er 160 appartementen komen, een zorghotel en een hospice. | 2023 Missiehuis Vrijland op landgoed Johannahoeve in Oosterbeek krijgt een nieuwe bestemming van particulier verzorgingshuis. |
Koningsoord Abdij Koningsoord, Johannahoeveweg 79, Arnhem De BAG: kent voor de abdij een ander huisnummer Johannahoeveweg 73 Oorspronkelijk bouwjaar: 1949, Oppervlakte: 8504m² |
|
Het opleidingscentrum van Mill Hill werd in 2009 verkocht aan de zusters Trappistinnen. Dit Nieuw Vrijland, daarvoor de voormalige Johannahoeve werd in 2007 afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe klooster van de zusters Trappistinnen, die min of meer verdreven werden van hun oude plek in Berkel-Enschot. | In 2009 zijn de zusters verhuisd naar het nieuwe
Koningsoord. De nieuwe abdij ligt aan de Johannahoeveweg te Arnhem. Er was een begraafplaats op het terrein van de kloosterorde van de zusters Trapistinnen in Berkel Enschot. De Trappistinnen zijn 2010 verhuisd naar het nieuwe klooster te Oosterbeek. De overledenen zijn herbegraven op de besloten begraafplaats van het nieuwe klooster. |
![]() |
|
Het oude graanpakhuis geen adres, BAG = 1949. ![]() |
![]() Het oude graanpakhuis bleef staan. bron: Koningsoord in wikipedia. Abdijwinkel en receptie. |
![]() |
![]() Rechts het werkgebouw voor kantoor, boekbinderij en weef-atelier. |
![]() de oude dienstwoning De Wijde Blik. |
![]() Oud en nieuw. Een deel van de oude koestal is blijven staan. Nu een onderdeel van het gastenverblijf. |
De zusters hebben een eigen begraafplaats.![]() |
![]() |
![]() Een veldwerkkaart (uitsnede) van het Kadaster gemaakt in 2003, voorafgaand aan de bouw van Koningsoord. Er wonen dan nog Mill Hill missionarissen. |
|
![]() Een veldwerkkaart van het kadaster uit 2007 |
|
Koningsakker, natuurbegraafplaats | |
![]() Een graf in het winterveld. |
![]() De Mariakapel op het zomerveld, voordien een werkplaats voor Mill Hill. |
![]() |
![]() Koningsakker |
Leefgoed Vrijland | |
Er komen minder missionarissen, wat te doen? “Missiehuis Vrijland verkocht”. Drie woorden die veel emoties oproepen, emoties die er ook mogen zijn. Om tot deze uitspraak “Missiehuis Vrijland verkocht” te komen is ongeveer 5 jaren lang nagedacht door het bestuur van de Nederlandse Regio. Niet dat wij het zo graag wilden, maar gewoon omdat er een natuurlijk verloop is van het binnenkomen van bewoners, terugkerende missionarissen, na gedane arbeid in ’het veld’. En ook het overlijden van diezelfde ‘mooie mensen". Paul de Schipper, uit: 125 jaar Mill Hill in Nederland. |
"Contact werd gelegd met makelaar Jones Lang LaSalle in Amsterdam. Vorig jaar (2019) kwam een tiental bieders binnen, met uiteenlopende plannen. Bijna alle bieders hadden complete sloop en nieuwbouw voor ogen. Na officiële goedkeuring van de Aartsbisschop van Utrecht en de Heilige Stoel is de verkoop uiteindelijk gegund aan ontwikkelaar en belegger Lunee Vastgoed uit Amstelveen. Lunee wil Vrijland herontwikkelen tot een particulier verzorgingshuis en zorghotel. Lunee behoudt de gebouwen en zal interne verbouwing uitvoeren, met respect voor historie. De contouren blijven dus intact. In de loop van dit jaar wordt gestart met het meest recente deel van Vrijland (1995) en het overige deel (1975) van Huize Vrijland blijft ter beschikking van de Regio Mill Hill voor zolang wij dit nodig hebben voor eigen huisvesting. Intussen is er een plan van herhuisvesting gemaakt voor de bewoners van nieuwbouw 1995 die in de loop van dit jaar mogen gaan wonen in leeg gekomen kamers in Vrijland, het Sint Jozefhuis en bij de Fraters van Utrecht in De Bilt. Bemoedigend is het feit dat iedereen begrip heeft getoond voor deze besluitvorming". tekst: Martien van Leeuwen mhm Regionaal. |
Johannahoeve 4, Oosterbeek, tegenwoordig het St. Jozefhuis![]() |
Vrijland is gebouwd vanaf 1955 en in 1956 trokken de broeders er in.![]() Geen idee waar het jaartal 1910 vandaan komt. Het oude Waldfrieden is uit 1907 en de Johannahoeve 2 staat ongeveer op de locatie van Waldfrieden en het is de vraag of de oude fundamenten zijn gebruikt? Inhoud 10488m², zeg maar 8 keer groter dan Johannnahoeve 4 ??? |
Een projectontwikkelaar en belegger uit Amstelveen is in 2019 de nieuwe eigenaar van het klooster Huize Vrijland aan de Johannahoeve 4 in Oosterbeek. De Amstelveense ontwikkelaar zal Huize Vrijland gaan herontwikkelen tot een particulier verzorgingshuis en een zorghotel. Het verzorgingshuis dat in het meest recente deel van Huize Vrijland wordt ondergebracht zal in 2021 open gaan. Het overige deel van Huize Vrijland blijft voor huisvesting ter beschikking van de Regio Mill Hill. Het in 2009 nieuwgebouwde St. Jozefhuis en de omliggende terreinen vallen buiten de verkooptransactie. bron | In
dit nieuwsbericht worden kennelijk adressen verwisseld. Huize Vrijland,
bedoeld wordt de Johannahoeve 2. Het verzorgingshuis, het huidige
St. Jozefhuis is gehuisvest op de Johannahoeve 4. Dat St. Jozefhuis valt buiten de verkooptransactie. Leuke plannen: een verzorgingshuis en zorghotel! |
In een plan uit 2019 van Studio Beuving blijven de huidige bewoners van de Johannahoeve een prominente plek innemen. Naast het Sint Josefhuis zullen twee bebouwingsblokken worden gerealiseerd met zorgappartementen en zal de kapel van het oorspronkelijke klooster behouden blijven. | Daarnaast komt er een woonwijk met achtentwintig twee-onder-één kap woningen en twee vrijstaande woningen Het was de bedoeling dat er 160 appartementen komen, een zorghotel en een hospice. Bron: Nieuws.nl. Datum: 23 januari 2020. |
![]() schermprint uit de BAG in 2023
|
|
![]() 2023 Het huidige missiehuis Vrijland, Johannahoeve 4, Oosterbeek |
![]() 2023 links Warm Hart, rechts Vrijland |
![]() 2023 Het huidige St. Jozefhuis, Johannahoeve 4, een ander pand doch wel hetzelfde huisnummer als Vrijland. Mill Hill |
![]() 2023 Warm Hart zorghuis Zilverheuvel. Johannahoeve 2 |
![]() |
![]() |
|
Het Warm Hart Zorghuis Oosterbeek aan de Johannahoeve 2, zoekt
bewoners. De nieuwe bewoners huren een zorgstudio all in en betalen een
bijdrage voor de zorg. |
Adressen aan de Johannahoeve, vanaf de Dreijenseweg naar het westen. | |
![]() Kadasterveldwerk gemaakt in 1943, te zien is de Johannahoeve vanaf de Dreijenseweg. Aanwezig was oa Klaver voor de verkoopster. De huisnummers Johannahoeve 1 en Dreijenseweg 6 en 16 zijn aangegeven. |
|
Johannahoeve 1, Oosterbeek Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1981. |
In 1942 woont er: A. de Weijert, fruit- en kunstmesth., Johannahoeve 1. J. de Weijert, pensionhoudster. S.M. van Wijck, zonder beroep, Johannahoeve 1. wed. J. Arendts geb. J de Weijer. zonder beroep. Johannahoeve 1 |
Johannahoeve 2 A | in 1942 wordt dit adres gebruikt door R. Aalbers, timmerman, Johannahoeve 2a. |
Johannahoeve 3, Oosterbeek Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1930 |
In 1942 woont er G.J. van de Craats, kweeker, Johannahoeve 3 S. van de Craats, tuinbouwkundige |
Johannahoeve 4, Oosterbeek Lees meer bij het St. Jozef huis |
Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 2008 Gebruiksdoel Gezondheidszorgfunctie |
Johannahoeveweg 3, Oosterbeek Het voormalige tuinmanshuis van Waldfrieden. |
Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1988 |
Johannahoeveweg 3A, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1930, en is de helft van een dubbele woning met nummer 3 |
Boshuis, Johannahoeve 5 (5R) Oosterbeek | |
In
1923 is de kavel C 5279 op de hulpkaart hiernaast nog leeg. De adressen
Johannahoeveweg 3 en 3A (rechts) zijn er al, een ander pand (links) is
nu verdwenen. Dat pand zal gebouwd zijn na 1905. Want het wordt niet
vermeld op hulpkaart C 1780 met dienstjaar 1905. De geschiedenis van het Boshuis staat op http://firet.eu/ beschreven. ![]() |
De Johannahoeveweg 3 wordt nog niet vermeld op hulpkaart C 707 met
dienstjaar 1874, In dienstjaar 1880 staat C 797 wel vermeld, zij het
als enkele woning. Er is een verbouwing naar een grotere woning in
1907. In 1989 is er weer een verbouwing te zien met VW C 2007.![]() Na de oorlog waren in Arnhem en omstreken veel huizen beschadigd. Daarom was er grote woningnood. Zo ook voor Joop Firet en Ans Hageraats. Zij wilden in het begin van de vijftiger jaren trouwen en zochten daarvoor een huis. Joop was bosbouwer van beroep en hielp de broeders van Mill Hill met het beplanten en onderhoud van het bos op de Johannahoeve. Zowel de paters als de gemeente gaven hen toestemming om zelf een huis te bouwen. In die tijd was er een speciale wederopbouwwet dit dit mogelijk maakte. Joop is zelf aan de slag gegaan met hulp van vrienden en de broeders. Toen het huis in 1955 klaar was konden zij trouwen en samenwonen. |
![]() Tekening van het boshuis uit 1981. Het lukt me helaas niet om een eerdere kaart uit 1955 te vinden. |
|
Heyendal - De Leeren Doedel Op de hoek van de Dreyenseweg en de Amsterdamseweg stond een oude herberg. De uitspanning Heijendaal is een herberg uit 1813 waar voerlui met hun paarden foerageerden. Later (vanaf 1934) heette het café / uitspanning De Leeren Doedel. In 1832 haal ik uit HisGis: Arnhem H82, eigenaar de Gemeente van Arnhem ; r.v.e. Paul A. Brasseler Eigenaar in 1860 was de heer Jan van Embden; de uitspanning werd tot 1866 beheerd door defamilie Stark, aansluitend (tot 1881) door de weduwe Boelkens. Daarna, tot 1892, gepacht door H. Gemmink waarna Nic. van de Koot deze uitspanning huurde. Zijn dochter trouwde met van Toor en later kocht de familie van Toor het van Geert van Mesdag (ca.1930 koopakte notaris Valewink) en breidde het uit met een speeltuin. Het adres was in 1891 Amsterdamscheweg 53 en in 1905 nr. 73. In 1939 werd de oude Leeren Doedel afgebroken in verband met de verbreding van de Amsterdamseweg; zuidelijk van de Amsterdamseweg ontstond het nieuwe hotel. Eén dag voor de opening in 1940 trokken de Duitse bezetters er in. In 1944 werd het hotel geheel verwoest en een nieuwe Leeren Doedel werd gebouwd in 1955. Daarna steeds wisselende horeca bestemmingen. |
![]() |
Pand Dreyenseweg 6,Oosterbeek BAG bouwjaar 1916 ?, in 2023 veranderd in 1910 ![]() Een uitsnede van een kadasterkaart uit 1913 Het pand aan de Dreyenseweg 6 met kavel nummer 2085 staat er dan al ![]() De kaart is gemaakt in 1911, dienstjaar 1912. |
![]() In mei 1948 is er een aanbouw. Aanwezig waren de weduwe Joh. van Tongeren, Klaver namens de eigenaar H. Zanen en pater Vader namens het missiehuis Vrijland. Op de kavel van destijds Kleiwegt staan nu de panden op de Johannahoeve 3. 1c, 1e. De huidige weg Johannahoeve begint aan de de Dreyenseweg rond 1812 ![]() De verkoper in 1980 was K.W. Bal, de koper laat weten op een later moment de rest er bij te kopen. ![]() |
Literatuur en bronnen | |
Te lezen: een verhaal van Heemkunde Renkum over de Johannahoeveweg in Oosterbeek. De Johannahoeveweg gaat van het station Wolfheze naar station Oosterbeek. Een stukje geschiedenis Waldfrieden Schipper, de, P., Er komt altijd een nieuwe bron: Mill Hill 125 jaar in Nederland, portret van mooie mensen, Oosterbeek, 2016. |
Johannahoeve in 1944 (I),KW 2268,"Snaterse Hoogendam, H.J.",Oosterbeek Tweede Wereldoorlog Gezocht: Geschiedenisboekje over Johannahoeve, Waldfrieden, Papendal, Nieuw-Vrijland, paters van Mill Hill uit 1967.Jan Mous; Geschiedenis van Vrijland en Johannahoeve en van de Broeders van Mill Hill; 1982. Therebint Abdij Koningsoord |
Te lezen:![]() Cultuurhistorische verkenning van de voormalige Johannahoeve in Arnhem Peter Boer, Doesburg 2005 |
![]() |
![]() |
![]() voor 1923 |
![]() |
![]() |
Bronnen: Teksten van Kees Klaver en Cor de Winkel, oa verschenen in de Schoutambt en Heerlijkheid, jaargang 23, nummer 1 en nummer 2 uit 2009 van de Stichting voor Heemkunde in de gemeente Renkum. Ulbe Anema: Het Schild in Wolfheze; 2012 Adresboek gemeente Renkum 1942 Arjan Broers: Ode aan Gods eenvoud, 2010. Fokko Ubertus Ros (1928-1992), "100 jaar Mill Hill in Nederland 1890-1990" (’s-Hertogenbosch 1990) Historie Johanna-hoeve deel I tot 1908, ?? link werkt niet meer |
Johannahoeve;
Carine ten Cate; naar een onderzoek door Kees Klaver en Cor de
Winkel; In De Gelderlander, Arnhem, 13 maart 2002 Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed; 1953 H.C.J. Erkens; Uit de oude doos, 1997 de Kadaster Archiefviewer 2.0. Landgoed Johanna-Hoeve, uit Buiten 14 september 1912. De Renbaan bij Wolfheze, U.G. Anema. BAG Relikwi Museum Deelen |
Met dank aan: Arjan Broers Kees Klaver Cor de Winkel † |
|
Aanvullingen en verbeteringen, graag: | ![]() |