Ziekenhuis Wolfheze | Hans Braakhuis bijgewerkt aug 2024 |
Deze pagina gaat over het
Ziekenhuis Wolfheze. Adres Wolfheze 2, Wolfheze. Krankzinnigen gesticht Wolfheze, kortweg de Stichting, of Wolfheze II en later andere namen zoals de Gelderse Roos en Pro Persona. |
Er zijn andere pagina's over het
kerkhof van het ziekenhuis. De algemene informatie is beschreven bij begraafplaatsen. Een pagina over de burger oorlogsslachtoffers. U kunt (ctrl-f) op deze pagina met de term "Stichting Wolfheze" zoeken naar de Wolfhezer slachtoffers. Een pagina over hoeveel slachtoffers het bombardement op 17 september 1944 nu gemaakt heeft. |
"Baron
van Brakell verkoopt in 1880 een groot stuk heide en bos, groot 212 ha.
aan enkele particulieren, die zich in 1892 verenigden tot de
Vennootschap “Heideontginning te Wolfheze”. De vennootschap bestond uit vier personen,
die elk het volgende deel hadden: • 1/6 deel: Hendrika Johanna Brinkhorst,
weduwe van Cornelius Dasse-Vieter uit Dieren. • 1/6 deel: Jeantine Haitsema-Vieter,
zonder beroep, te Dieren. •
1/3 deel: Mr. Zacharius Henricus Post, advocaat te Oosterhout. • 1/3 deel: Baronesse Wilhelmina P.
Rengers, weduwe van mr. W. de Sitter, te Groningen". Jacob Adriaen Prosper baron van Brakell (1808 - 1853) heeft zijn erfenis verdeelt over 9 kinderen. Wilt u eens uitzoeken welk kind welke goederen gekregen heeft? HB |
Het
doel van de stichting om woeste gronden te ontginnen is slechts ten
dele gelukt, alleen ten noorden van de spoorbaan werd een klein gebied
ontgonnen. Het grootste gedeelte bleef bos en heide. In 1901 verkoopt
de Vennootschap ruim 1 ha 53 are (De Buunderkamp) aan Dr. Adriani,
directeur van het Zander Instituut te Arnhem en aan H.J. van de Goot,
gezagvoerder op de West-Indische maildienst. In 1906 verkoopt deze
vennootschap 86 ha aan het Psychiatrisch Ziekenhuis en in 1907 aan
Hellingman ca. 126 ha. Totaal zou het bezit van Hellingman dan ongeveer
600 ha zijn. Bron Kees Klaver en Schoutambt en Heerlijkheid van Heemkunde Renkum 2009 nummer 1. De totale kavel van Hellingman gaat dan van de Buunderkamp tot aan de Lichtenbeek. |
De Stichting Wolfheze was lid van de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen in Nederland. Zoals alle stichtingen van deze vereniging stond de kerk op het midden van het terrein en waren alle paviljoens en andere gebouwen eromheen gegroepeerd. | Over de Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen in Nederland |
Een gedeelte van een kadastrale kaart met dienstjaar 1881. De Heelsumseweg is er al, evenals Station Wolfhezen van de Rijn Spoorweg. De verkavelingsboerderij op de hoek van de Heelsumseweg en de huidige Parallelweg is er al. Op de kaart zie je productie-bos. |
|
Kadaster Dienstjaar 1908, gemaakt in 1907. De dan al bestaande bebouwing is aangegeven. |
|
"Over
de inrichtingen voor krankzinnigenverpleging, die door de Vereeniging
tot Christel, verzorging van Krankzinnigen te Wolfheze is gesticht,
deelt de „N. R. C." o. a. de volgende bijzonderheden mede: De
inrichtingen zullen te zamen een dorp vormen met een kerk in 't midden
en een bevolking van 600 zielen. Het vorige jaar heeft de Vereeniging
aangekocht een terrein in het geheel groot 95 H.A., bezet met dennen en
eikenhakhout. In September had de aanbesteding plaats van het eerste
gebouwen-complex en een maand later werd met het werk begonnen. Wat er
toen is aanbesteed nadert thans de voltooiing; gereed en ook reeds
betrokken is de woning van den geneesheer dr. Ronda. Bekijkt men de
situatie-teekening, dan ziet men hoe de aanleg is opgevat als moest er
een villa park worden gebouwd; het heeft niets van een gesticht voor
krankzinnigen, waaraan zoo licht de voorstelling wordt verbonden van
een groot somber gebouw, omringd door hooge muren met ijzeren poorten
gesloten en waarvan de vensters zijn voorzien met dikke traliën om
ontvluchting onmogelijk te maken. Integendeel ligt hier ieder gebouw
midden in het groen, open en toegankelijk van verschillende zijden en
slechts door een bescheiden rasterwerk afgesloten. In het midden van
het park komt de kerk te staan. Met den bouw daarvan is echter nog niet
begonnen. Om de kerk loopt een breede laan, omzoomd door dubbele rijen
eiken. Daaromheen, na breede strooken bosch, nieuwe lanen, alle met
dubbele boomen-rijen omzoomd en aan deze verbindingswegen, tevens
wandelplaats, zijn op ruimen afstand van elkander de gebouwen
geplaatst, waarin eerlang de patiënten zullen worden ondergebracht.
Langs den hoofdtoegangsweg, die bij het station Wolfheze begint, komt
men voorbij de villa van den geneesheer-directeur aan het
administratiegebouw. Vlak daarachter in rechte lijn staan, of worden
gebouwd de kerk, de keuken, de watertoren, het waschhuis en de barak.
Links ziet men de gebouwen bestemd voor de mannelijke, rechts die voor
de vrouwelijke patiënten. Ze zijn onderverdeeld als volgt: Paviljoen
voor rustigen, voor onrustigen en observatie-paviljoens. Hierbij komen
nog die voor halfrustigen en voor zieken. Met den bouw van deze laatste
is men juist begonnen. Afgebouwd maar nog niet geheel gereed zijn
verder de woning voor de huismeesteres, de timmermanswerkplaats, het
machinegebouw, de kolenloods, het lijkenhuis op de begraafplaats en de
varkenshokken De eerste uitbreiding, die nu onlangs is aanbesteed en
waarmede door den aannemer een begin is gemaakt omvat de kerk, de
pastorie, woning voor den geneesheer, woning voor den huismeesteres,
woning voor den machinist, dubbele woning o. a. voor den tuinman, twee
paviljoens voor zieken, twee voor halfrustigen; de tweede uitbreiding,
waarmede de stichting voorloopig zal voltooid zijn, twee paviljoens
voor halfrustigen die op bed verpleegd worden, twee paviljoens voor
rustigen en nog twee woningen, waarvan een dubbel. Is dat alles gereed,
dan zullen er totaal 36 gebouwen zijn, waarvan 14 bestemd voor de
opneming van patiënten. Er zal plaats wezen voor ongeveer 520
patiënten. De gebouwen nemen met den plantsoenaanleg ruim de helft van
het geheele terrein in beslag. Het overblijvende daarachter liggend
wordt aangelegd als moestuin, vloeiweide, bouwland, of staat ten
dienste der verpleegden. Het ligt in de bedoeling, de benoodigde
groenten, de aardappelen, enz. zooveel mogelijk zelf te kweeken. Het
huishoudwater wordt gebezigd voor het aanleggen van een vloeiweide, wat
door het verschil in terreinhoogte gemakkelijk kan plaats hebben. Ook
in de behoefte aan vleesch wordt door het houden van varkens eenigszins
voorzien. De bedoeling is er ongeveer 60 aan te fokken, in hoofdzaak
met keukenafval. Het administratiegebouw bevat de kantoren, vertrekken
voor den huismeester en den administrateur, de operatiekamer,
bestuurskamer, apotheek, keuken, laboratorium, oogspiegelkamer, zit- en
slaapkamer voor den geneesheer en voor de apothekeres, bibliotheek en
verder een cursuslokaal voor opleiding van het verplegend personeel.
Dit lokaal kan ook dienst doen voor bijeenkomsten. In de
observatiespaviljoens worden de patiënten dadelijk na hun aankomst
opgenomen. In ieder is plaats voor 40. Hun verblijf hier draagt een
voorloopig karakter. Na onderzoek beslist de geneesheer in welk der
paviljoens de patiënt behoort geplaatst te worden. Het
observatiepaviljoen is gesplitst in twee afdeelingen, voor rustige en
onrustige patiënten. Behalve de vertrekken voor het personeel, aan 't
hoofd van de paviljoens voor mannen staat een echtpaar, aan 't hoofd
van die voor vrouwen een moeder, vindt men hier beneden de zalen voor
dagverblijf en tevens die voor bedbehandeling, badkamer, keuken enz.
enz. Verder nog de isoleerkamer voor heel lastige patiënten. Boven zijn
de slaapzalen, het verplegend personeel slaapt niet meer als vroeger
tusschen de patiënten, doch in een onmiddellijk aangrenzend vertrek,
van waaruit het de slaapzalen kan overzien. De bedverpleging geschiedt
in alle paviljoens volgens het nieuwe stelsel, niet meer boven, doch
gelijkvloers, terwijl het personeel daarentegen op de bovenverdieping
slaapt. Daardoor is een kostbaarder inrichting der paviljoens noodig
geworden, doch de verkregen voordeelen, o. a. wordt he personeel meer
gespaard, wegen daar ruim tegen op. De paviljoens voor rustige
patiënten hebben ongeveer dezelfde inrichting als de
observatiepaviljoens. Ook hier ruime vertrekken voor dagverblijf met
veranda's alle op het Zuiden uitziend en daarachter flinke tuinen,
waarin de patiënten vrij mogen rondloopen. In de paviljoens voor
onrustige patiënten worden de zeer onrustige nog weder van de andere
afgescheiden. In deze paviljoens is uit den aard der zaak de
bedverpleging hoofdzaak. Vroeger werden de ergste lijders opgesloten in
cellen, thans houdt men hen zooveel doenlijk in bed. De celverpleging
heeft voor de bedverpleging plaats gemaakt. Voor alle eventualiteiten
heeft men in deze paviljoens drie isoleerkamers, kleine vertrekken,
natuurlijk zonder het minste meubilair. Hier, maar ook in de overige
paviljoens, gaan alle deuren der verblijfplaatsen voor de patienten
naar de gangen open, zoodat ze van binnen niet kunnen worden versperd
en het binnenkomen evenmin kan worden belet. In het keukengebouw wordt
het eten bereid voor alle patiënten en voor het personeel, voorzoover
het in de paviljoens inwoont. Onder den reusachtigen schoorsteen van 4
X 5 M. worden 8 fornuizen geplaatst, waarop dagelijks de noodige
porties worden gekookt. Van hieruit wordt het eten naai de paviljoens
gebracht; de patiënten eten niet gemeenschappelijk. In het gebouw vindt
men nog de vertrekken voor het personeel, kamers voor 't reinigen der
groenten, 't wasschen van het vaatwerk, provisiekamers, terwijl een
zeer ruime kelder onder het geheele gebouw doorloopt. Achter de keuken
volgt de watertoren, ter hoogte van 26 Meter. Het reservoir kan 45 M 3.
water bevatten. De put waaruit het water door middel van een
benzine-motor van 12 P.K. wordt opgepompt, is 20 M. diep, de bron heeft
een diepte van 50 M. Alle gebouwen zonder uit| zondering zijn aan de
waterleiding aangesloten terwijl vlak bij ieder gebouw een brandkraan
is geplaatst. Nu volgen nog het waschhuis en de ziekenbarak. In het
eerste wordt alleen het goed der onzindelijken gewasschen; het overige
goed gaat naar een waschinrichting, die verdeeld is in naaikamer,
strijkkamer, linnenkamer, sorteerkamer, linnenmagazijn, benevens
vertrekken voor het personeel. Links afslaande komt men langs de
verschillende werkplaatsen, voor timmeren, schilderen, matten-vlechten
enz. Zij zijn uitsluitend ingericht om den patiënten, die daarvoor
geschiktheid en lust hebben, bezigheid te verschaffen. Evenzoo wordt
ook in de verblijven voor de vrouwen aan dezen de gelegenheid gegeven
tot het verrichten van allerlei vrouwenarbeid, als naaien, breien,
stoppen enz. Wat de verwarming betreft, in alle gebouwen heeft men
centrale verwarming volgens het nieuwste systeem, terwijl overal
behalve de gewone waterleiding nog een leiding voor warm water is
gemaakt. Voor verlichting worden voorloopig petroleumlampen gebezigd,
in afwachting van eventueele latere electrische verlichting. Op dit
oogenblik zijn er nog ongeveer 200 arbeiders onder leiding van 6
opzichters aan het werk. Voor alles gereed is zullen er nog maanden en
maanden voorbijgaan". Uit de Arnhemsche courant van 2-9-1907 |
|
Een kadastrale kaart van het Ziekenhuis in 1909. Links staat aangegeven Gemeente Oosterbeek. Bedoeld wordt de kadastrale gemeente Oosterbeek. |
|
Uitsnede van een Kadasterkaart uit 1910. De twee gebouwen op het ziekenhuisterrein zijn het posthuis met schuur en Schuur. |
|
De Ver. tot Christelijke
verzorging van krankzinnigen in Nederland, wil uitbreiden en poogt
gronden in Wolfheze aan te kopen. De Ver. tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland zetelt in Utrecht en heeft al drie krankzinnigengestichten in: Veldwijk in Ermelo (1886), Bloemendaal (1892) en Dennenoord in Zuid Laren (1895). Wolfheze wordt nummer vier. In 1897 kopen Dr. Derk Hendrik Nicolaas Adriani, huisarts uit Oosterbeek en Hendrik Jan van der Goot de boerderij op de Buunderkamp in Wolfheze en in 1902 wordt hier een klein pension met de heer Johannes Smit, als exploitant. In 1903 laat Dr. DHN Adriani het inrichten als Rust- en Herstellingsoord. Ook dat loopt niet goed. Aankoop van de Buunderkamp gronden door de Ver. tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland, lukt niet. In december 1905 verkoopt de Naamlooze Vennootschap: Heide-ontginging te Wolfhezen een groot terrein (86 hectare) aan Ver. tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland. Gedeeltelijk gelegen in de gemeente Doorwerth, gedeeltelijk in de Oosterbeekse helft van de gemeente Renkum. Op 20 maart 1906 wordt bekend dat de Ged. Staten van Gelderland een overeenkomst aan gaan, zodat er 300 krankzinnigen in een gesticht in Wolfheze kunnen worden geholpen. Het gesticht in Wolfheze zal het vierde gesticht worden van de Ver. tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland. De provincie Gelderland zal een subsidie verstrekken. In september 1906 wordt met de bouw begonnen. Voor een som van f 300,000 zal worden aanbesteed, terwijl in het voorjaar van 1907 reeds een uitbreiding zal plaats hebben, waarmede f 150,000 gemoeid is. De eerste bouw zal geschikt zijn voor 228 patiënten. In januari 1907 besluit „Vereeniging tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen in Nederland" om te Wolfheze (de eerste bouw is nog niet voltooid), een tweede bouw te doen plaats vinden. Voorlopig zullen er nog vier paviljoenen bijgebouwd worden. |
Op 3 september 1907, zal Wolfheze geopend worden. Als geneesheer-directeur begint dhr. dr. Sap, geneesheer op Veldwijk. In juni 1907 besluit de Vereeniging tot Christelijke Verzorging voor krankzinnigen in Nederland, de stichting te Wolfheze belangrijk uitte breiden. Er worden vier paviljoenen, een kerk, een woning voor de tweede geneesheer en drie woningen voor beambten bijgebouwd. Als eerste administrateur werd benoemd de heer A. Stronkhorst uit Loosduinen. De Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland, verzoekt om het verpleeggeld voor de armlastige krankzinnigen, in het gesticht „Wolfheze", met ingang van december 1908, te verhogen met f 25 per patiënt en per jaar. Wolfheze blijkt duurder dan de andere gestichten. In het eerste jaar ontstaat al een tekort van f 20000. Men denkt aan een jaarbedrag van f 335 per patient. In mei 1909 is de Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland, een vergunning verleend tot bijbouw van 4 paviljoenen op het terrein van het krankzinnigen gesticht Wolfheze. September 1910: De stichting te Wolfheze wordt voltooid, zodat er 500 patienten geplaatst kunnen worden. De stichting heeft binnenkort een zeer groot gebouw voor de psychiatrische en neurologische kliniek. Juni 1911: Bij de Stichting te Wolfheze slaagden voor het verplegers-examen slaagden: de verplegers B. Berklof, J. Klinge en M. Vader en de verpleegters W. Buwalda, L. J. Korporaal, W. J. Lugt en T. Schuuring. |
pastorie |
|
gelopen 1908 |
|
paviljoen voor rustigen |
|
|
|
Hoofdgebouw ingekleurde ansicht uit 1908 voor 1920 |
1920 rond 1935 |
1933 |
“Neder-Veluwe” geopend "Kliniek voor geestes- en zenuwzieken op de Veluwe. Ministeriële belangstelling. Arnhem, — Donderdag. De kliniek voor geestes- en zenuwzieken op de Veluwe te Wolfheze, van welks inrichting wij dezer dagen een beschrijving gaven, is hedenmiddag officieel geopend. De openingsplechtigheid, die o.a. werd bijgewoond door mr. J. A. de Wilde, minister wan Binnenlandse Zaken, mr. S. baron van Heemstra, commissaris der Koningin in Gelderland, en dr. Wessels, inspecteur voor het staatstoezicht op krankzinnigen, werd begonnen met psalmgezang, waarna ds. M. A. Donïer voorging in gebed en vervolgens allen dankte, die aan de bouw hebben meegewerkt. Spreker droeg ten slotte namens het centraal bestuur van de Vereniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Nederland, de kliniek over aan het stichtingsbestuur van Wolfheze. Namens dit bestuur nam daarop de voorzitter, dr. G. Bakker, het beheer over de kliniek op zich. Spreker herinnerde aan het heidense barbarendom over onze grenzen, dat de ethiek der krankzinnigenverpleging verwerpt en prijst licht gelukkig, dat in ons land de christelijke barmhartigheid ten behoeve van geesteszieken ook door de regering wordt gesteund. Hierna sprak nog de enige weken geleden regens ouderdom afgetreden directeur dr. Ronda en de geestelijke verzorger der stichting, ds. W. Bech, waarna minister De Wilde het woord nam. Spreker achtte het van de grootste betekenis, dat velen, die aan geestes zenuwstoringen lijden, kunnen worden verpleegd zonder dat daarvoor een krankzinnigverklaring noodzakelijk is. Spreker wenste namens de regering bestuur en leiding der tichting geluk. Voorts spraken nog de commissaris der koningin, de architect E. J. Rothuizen en de burgemeester van Renkum, de heer Talsma. Na afloop van de plechtigheid werden een rondgang door de gebouwen gemaakt en in de recreatiezaal verversingen genuttigd". Uit Het volk 10-05-1935 |
De voormalige Kliniek Neder Veluwe. |
Opname Gert van Roden in 1970, te vinden bij NL-AhGldA_1544_6140-0002 |
De Vlinder is een gemeentelijk monument. |
personeelwoning links en twee paviljoens Het hoofdgebouw is een gemeentelijk monument. 1949 |
Sonneheerdt, aanvankelijk een
opleidingscentrum voor personeel. Later een personeelscentrum waar ook
maaltijden genuttigd konden worden. |
Ontwerp van E.J. Rotshuizen,
Heelsum. Meer foto's van het Ziekenhuis: www.bonas.nl Sonneheerdt in 2023 Een gemeentelijk monument. |
De watertoren van Wolfheze is uit
1907 en stopt in 1979. Veel meer over deze watertoren in dit artikel. Een gemeentelijk monument. |
|
rond de bouw van de kliniek Neder-Veluwe. |
|
Boszicht Dit gedeelte is afgebroken, het gedeelte aan de achterkant is aangepast aan de tijd en een monument waardig. Een foto van Gert van Roden uit 1979. Het oudste gebouw op het terrein van het psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze, het zogenaamde gezinspaviljoen. te vinden met NL-AhGldA_1544_6140-0001.jpg |
2024 |
Uitsnede van kaart NL-AhGldA_1509_45.jpg met daarop aangegeven de namen van de pavilioens in 1955. Helaas is ergens de naam veranderd en is er geen link meer te vinden naar het Gelders Archief. Er is nog wel een herziening te vinden. Helaas, veel minder details. |
|
bestemmingsplannen 1987. |
|
In de hal van De Bogen in 2023 |
|
De BAG lijkt een geweldig zoek instrument. Je kunt er filteren op bijvoorbeeld het "oorspronkelijk bouwjaar". Zet je dat op bijvoorbeeld 1990, dan blijkt dat vrijwel het gehele ziekenhuis in één jaar gebouwd is": 1990. De panden zonder een zwarte rand zijn van een later of eerder bouwjaar. |
|
Socio woningen, of te wel het
STC. Het socio-therapeutisch centrum begint in 1959. |
"Het centrum zal twaalf dubbele
woningen (vierentwintig wooneenheden) omvatten. Zes woningen zijn nog
in aanbouw. Elke wooneenheid is bestemd voor de huisvesting van zes
patiënten. zodat in totaal 144 patiënten in dit centrum een plaats
kunnen vinden. De opzet van dit socio-therapeutisch centrum is
gebaseerd op de ervaring dat massificatie optreedt wanneer de patiënten
in grote paviljoens moeten verblijven. Met de ingebruikneming van het
centrum wordt een voor ons land en ook daarbuiten nieuwe methode
ingevoerd. Het is een initiatief van Dr. H. van der Drift,
geneesheer-directeur van Wolfheze". Uit Gereformeerd gezinsblad 31-10-1961 2005 Er zijn plannen voor afbraak. |
Museum van het Ziekenhuis Wolfheze Geopend door Cees Boersma in 1989. Museum Wolfheze Youtube 2014 |
|
Andere bronnen Foto collectie van Jan van Dalen bij het Gelders Archief uit 2019 Boek: De drie levens van de architect E. J. Rothuizen / E. J. Rotshuizen, Pantaro 2005 |
Meerdere foto's komen van Oud-Renkum (Historisch Genootschap Redichem) en zijn bewerkt, |
Opmerkingen, aanvullingen en verbeteringen: |